De (excellerende) opdrachtgever in het bouwproces

Dit artikel beoogt duidelijkheid te geven over de taken en verantwoordelijkheden van een opdrachtgever van een bouwwerk en het V&G plan dat hoort bij dit bouwwerk. De opdrachtgever is primair verantwoordelijk voor de inhoud en kwaliteit van het V&G plan en kan hier bestuurlijk op aangesproken worden.

Even om bij stil te staan:
  • Een V&G plan is niet gelijk aan een project RI&E maar een project RI&E kan wel een onderdeel van een V&G plan zijn;
  • Een V&G plan dient begrijpelijk opgesteld te zijn voor alle betrokken partijen op de bouwplaats, dus ook voor een ZZP’er die op de bouwplaats aangenomen werk verricht ;
  • Een goed opgesteld V&G plan opgesteld betekend dat een onderaannemer voor zijn werkzaamheden minder toto niets hoeft toe te voegen.
  • Beter een dun en overzichtelijk V&G plan dan een dik en onleesbaar plan waar niemand gebruik van gaat maken.

In het hierna volgende deel wordt ingegaan op de verschillende begrippen en zaken die in het kader van het bouwproces van belang zijn. In het bijzonder wordt hierbij aandacht gegeven aan de regisserende opdrachtgever zoals dit nu bij veel woningcorporaties ingevuld wordt.

Participanten in het bouwproces

Opdrachtgever en zijn verantwoordelijkheden

De opdrachtgever is degene die betaalt voor een bouwwerk en/of degene op wiens initiatief een bouwwerk tot stand wordt gebracht.

Verplichtingen opdrachtgever;
  • Melden bouwwerk
  • Aanstelling coördinator ontwerpfase.
  • Vervulling van taken coördinator ontwerpfase.
  • Invulling van V&G plan
  • Zich vergewissen opdat werkgevers en zelfstandige in staat zijn de verplichtingen voor de arbeidsomstandigheden die gelden in de uitvoeringsfase na te komen.
Verplichtingen ontwerpende partij

De ontwerpende partij vervult in het bouwproces de ontwerpende functie. De opdrachtgever kan de uitvoering van zijn verplichtingen overdragen aan de ontwerpende partij. Dit maakt dan deel uit van de privaatrechtelijke relatie tussen opdrachtgever en ontwerpende partij; de opdrachtgever blijft aanspreekbaar voor de naleving van zijn verplichtingen.

De opdrachtgever zal in zijn contract met de ontwerpende partij veilig moeten stellen dat hij zijn verplichtingen op grond van de Arbowet kan nakomen. Dat heeft tot gevolg dat de ontwerpende partij moet zorgen voor een ontwerp, dat uitvoerbaar is binnen de grenzen van de Arbowet, zodat de betrokken werkgevers en zelfstandigen in de uitvoeringsfase hun verplichtingen op grond van de Arbowet kunnen nakomen. Ook hierbij geldt het uitgangspunt dat gevaren moeten worden voorkomen of bestreden bij de bron.

Verplichtingen uitvoerende partij;
  • Aanstelling coördinator uitvoeringsfase met voldoende kennis en vaardigheden en de voorgeschreven verplichtingen zijn vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst met de uitvoerende partij.
  • Vervulling van taken coördinator uitvoeringsfase.

Modernere geïntegreerde contractvormen, zoals bijvoorbeeld “Design and Build” niets afdoet aan de verantwoordelijkheden die de opdrachtgever in het kader van het Arbobesluit heeft. De eindverantwoordelijkheid blijft bij de opdrachtgever berusten en is (publiekrechtelijk gezien) niet overdraagbaar.

Informatiebronnen.
  1. De Brochure “Samen veilig en gezond bouwen” waarin de rollen en verplichtingen van diverse partijen tijdens de 3 fasen van het bouwproces: de ontwerpfase, de uitvoeringsfase en de gebruikersfase;
    https://www.inspectieszw.nl/publicaties/brochures/2017/05/17/samen-veilig-en-gezond-bouwen-kopie   
  2. Betreffende de Wet ketenaansprakelijkheid is er informatie verstrekt vanuit Inspectie SZW t.b.v. WAV en WagwEU wetgeving zijnde;
    Stappenplan Meldloket voor opdrachtgevers in Nederland https://www.rijksoverheid.nl/documenten/brochures/2020/02/21/stappenplan-meldloket-voor-opdrachtgevers-in-nederland  
  3. Eerlijk werk voor iedereen;
    https://www.nlarbeidsinspectie.nl/publicaties/brochures/2019/12/31/eerlijk-gezond-en-veilig-werk-voor-iedereen
    Meer informatie over ‘eerlijk werken’ vindt u op de zelfinspectietool https://eerlijkwerken.zelfinspectie.nl .
  4. Aedes heeft als branchevereniging voor hun leden de woningcorporaties ook digitale informatie beschikbaar in het kader van verantwoord opdrachtgeverschap en de Arbeidsomstandighedenwetgeving, zoals FLOW (Fonds Leren en Ontwikkelen Wooncorporaties); https://www.aedes.nl/artikelen/bouwen-en-energie/opdrachtgeverschap/alles-over-veilig-werken-in-de-arbo-werkboeken-van-flow.html

De (regisserende) opdrachtgever

Een methode om vorm en inhoud te geven aan professioneel opdrachtgeverschap die bij woningcorporaties sterk in opkomst is, is het zogenoemde ‘regisserend opdrachtgeverschap’.

Ten aanzien van de genoemde onderwerpen in het kader van het bouwproces, de arbozorg en organisatie van de arbeid en opdrachtgeversverplichtingen, kan met betrekking tot een Woningcorporatie als opdrachtgever het volgende opgemerkt worden;

  1. Maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt door een Woningcorporatie gezien als een kerntaak, dit ook vanwege het feit dat men er zich bewust van is een belangrijke opdrachtgever in de regio te zijn. Niet de laagste prijs is maatgevend maar ook de wijze, veilig en eerlijk, waarop het werk wordt uitgevoerd en de kwaliteit van het opgeleverde werk.  Corporaties geven een kwart tot een derde van de huurinkomsten uit aan investeringen en onderhoud van het vastgoed. Dat gaat over miljarden euro’s, over de hele sector gezien.  Corporaties hebben de maatschappelijke opdracht om voor betaalbare en kwalitatief hoogwaardige sociale huisvesting te zorgen. Om dat voor elkaar te krijgen, werkt een woningcorporatie met veel verschillende opdrachtnemers. Die worden bijvoorbeeld ingeschakeld voor onderhoud, nieuwbouw en beheer.
  2. Binnen het traditionele opdrachtgeverschap ontwerpen woningcorporaties zelf in detail, is sprake van contracten op technische eisen, geldt het gebod van de laagste prijs, werkt men projectgebonden en vaak samen met bouwbedrijven en stond het prestatiemeten in de kinderschoenen. Bij regisserend opdrachtgeverschap is de opdrachtgever bijvoorbeeld niet meer inhoudelijk actief met het onderhouds-, renovatie- en bouwproces bezig, maar voert de regie. Bij regisserend opdrachtgeverschap verschuift voor een corporatie de rol van controle en realisatie naar de rol van regie. Zij gaat bouw-, renovatie- en onderhoudswerkzaamheden niet meer zelf in detail ontwerpen, maar laat dit over aan marktpartijen. Met Regisserend opdrachtgeverschap concentreert de corporatie zich op haar kerntaken en laat ze bij  opdrachtverlening het ‘hoe’ in detail over aan de markt. De verantwoordelijkheid voor uitvoering bij aanbesteding wordt zo laag mogelijk bij de opdrachtnemer neergelegd. Op deze wijze houdt de opdrachtgever de focus op het resultaat en vertrouwt ze op de expertise van de opdrachtnemer hoe dit gerealiseerd moet worden. Achteraf wordt getoetst of de opdrachtnemer zich gehouden heeft aan de contractueel vastgelegde verplichtingen en het werk op een eerlijk en gezonde en veilige manier heeft uitgevoerd. Niet volgend maar op basis van vertrouwen en relatie met aannemer. Aedes, senior adviseur opdrachtgeverschap Maarten Georgius, vat het kort en bondig samen: “Bij regisserend opdrachtgeverschap is het wat en waarom het domein van de opdrachtgever. Het hoe is de taak van de opdrachtnemer.” Aannemers die zich niet aan de contractafspraken houden en slechte prestaties leveren worden niet meer gevraagd totdat zij zich hebben verbeterd.  Om regisserend opdrachtgever te worden zal de corporatiesector samen met de partners in de bouw een cultuurverandering tot stand moeten brengen. De corporatie moet leren de inhoud aan de partner toe te vertrouwen. De partner moet op zijn beurt leren hoe zij dit vertrouwen inhoudelijk en aantoonbaar kan invullen. Hiervoor heeft AEDES in samenwerking met TNO een stappenplan ontwikkeld. Dit stappenplan helpt de corporatie om stappen te zetten naar regisserend opdrachtgeverschap. Het toont en beschrijft hoe de organisatie zich kan ontwikkelen tot een professionele regisserende opdrachtgever. Aedes beschrijft in het ‘Stappenplan regisserend opdrachtgeverschap’ de positie die de corporatie in de keten zou moeten innemen: die van regisserend opdrachtgever.  Bij regisserend opdrachtgeverschap houdt de corporatie de focus op het resultaat, en laat zij de inhoud van de opdracht aan de betreffende partij over. Dit moet volgens Aedes leiden tot betere resultaten tegen minder kosten.  De praktijk en onderzoek laten zien dat regisserend opdrachtgeverschap kan leiden tot besparingen, kortere doorlooptijden, een hogere kwaliteit en een hogere tevredenheid bij de huurder. Een voorwaarde is wel dat deze vorm van samenwerken langdurig wordt ingezet, om partijen de gelegenheid te geven van hun ervaringen te leren en waar nodig verbeteringen door te voeren. De corporatie stelt op transparante wijze een specificatie op waarmee een vaste partner de opgave uitwerkt. Hiermee heeft de corporatie kwaliteit en budgetzekerheid vanaf het begin van de cyclus. De gehele huisvestingscyclus wordt geregisseerd door de corporatie waarbij de partner aantoonbaar betrouwbaar handelt  door tussentijds meetbare prestaties vast te leggen. Deze resultaatverplichting biedt de keten de mogelijkheid de versnipperde bouwsector te integreren en innovatieve dan wel beproefde productiemethoden toe te passen.
  3. Met ketensamenwerking wordt de samenwerking tussen alle partijen in het bouw-, onderhouds- en beheerproces zodanig geoptimaliseerd, dat er als het ware als één grote organisatie samengewerkt wordt. Daardoor kan er op tijd en kosten bespaard worden. Ook kan er winst behaald worden op het gebied van bewonerstevredenheid en (energetische) kwaliteit.  Wanneer je als corporatie met marktpartijen begint met ketensamenwerking, heb je nog geen gezamenlijk beeld van het gewenste eindresultaat. “Je kunt wel samen de doelen formuleren. “Een bouwbedrijf dat onderaannemers uitknijpt op laagste prijs, kan nooit een ketenpartner zijn. Want in een keten spreek je elkaar niet aan op de laagste prijs, maar op de beste prestatie tegen de meest redelijke prijs.”  Als regisserend opdrachtgever in een keten samenwerken is voor corporaties een grote verandering. “Als je hier echt anders mee aan de slag wilt, moet er veel in je organisatie gebeuren. Dan zie je dat er andere functies ontstaan, er een andere cultuur ontstaat. Dat je een heleboel taken afstoot, en daar andere taken voor terugkomen. Dat is een enorme omslag in je bedrijf.”
  4. Contractueel heeft de Woningcorporatie vastgelegd dat de opdrachtnemer het V&G plan (ontwerpfase en uitvoeringsfase) opstelt en dat de opdrachtnemer een coördinator ontwerp en uitvoeringsfase aanwijst.
  5. Als de taak van coördinator ontwerpfase uitbesteedt wordt dan zal de Woningcorporatie als opdrachtgever er zich van moeten vergewissen dat de taken van de coördinator ontwerpfase naar behoren uitgevoerd worden en dat de ontwerpende partij ervoor zorgt dat het ontwerp uitvoerbaar is binnen de grenzen van de Arbowet. 

Wat houdt voor de opdrachtgever Vergewissen in:

De opdrachtgever moet zich er in de ontwerpfase van vergewissen dat er in de uitvoeringsfase veilig en gezond kan worden gewerkt (artikel 2.26).

De opdrachtgever is ook verantwoordelijk voor het V&G-plan, wanneer dit verplicht is (artikel. 2.28).

Daarin worden onder meer specifieke gevaren van het bouwwerk opgenomen, zoals de eventuele aanwezigheid van asbest of asbesthoudende producten, verontreinigde grond, verontreinigd water of grondwater of verontreinigde waterbodems en de risico’s en maatregelen met betrekking tot het na en naast elkaar werken.

Het Arbobesluit (artikel 2.26) schrijft voor dat de opdrachtgever zich in de ontwerpfase ervan moet vergewissen dat de betrokken werkgevers en zelfstandigen in de uitvoeringsfase in staat zijn hun verplichtingen op grond van de Arbowet na te komen, zodat werknemers en zelfstandigen in de uitvoerings-en gebruiksfase veilig kunnen werken. Dit betekent dat hij rekening moet houden met de laatste technische en wetenschappelijke ontwikkelingen, zoals onder meer weergegeven in de arbocatalogi. Als hij hier niet aan voldoet, kan de uitvoerende partij niet voldoen aan de wettelijke verplichtingen.

BTO keuzen

Het maken van Bouwkundige Technische en Organisatorische keuzen (BTO-keuzen) die in verband met de veiligheid en gezondheid van de werknemers en zelfstandigen worden gemaakt;

  • De opdrachtgever dient zich ervan te vergewissen in de ontwerpfase bijvoorbeeld betrekking hebben op het (laten) inventariseren van gevaren en risico’s die verbonden zijn aan het bouwwerk, het maken van bouwkundige, technische en organisatorische keuzes.
  • De opdrachtgever is verplicht in de ontwerpfase zich ervan te vergewissen dat de gevaren en risico’s, die verbonden zijn aan de uitvoering van het bouwwerk, het maken van bouwkundige, technische en organisatorische keuzes, zijn geïnventariseerd en geëvalueerd.
  • De opdrachtgever is verplicht in de ontwerpfase zich ervan te vergewissen dat in het ontwerp van het bouwwerk en de uitvoering daarvan bij de te nemen maatregelen de gevaren en risico’s voor de veiligheid of de gezondheid van de werknemer zoveel mogelijk in eerste aanleg bij de bron daarvan worden voorkomen of beperkt. Bij vallen van hoogte gaat de collectieve maatregel (bv leuningwerk) voor het gebruik van persoonlijke valbeveiliging.

Taken coördinator ontwerpfase

Als er op de bouwplaats meerdere partijen werkzaam zullen zijn – bijvoorbeeld twee of meer bedrijven, één werkgever en één of meer zelfstandigen of twee of meer zelfstandigen – dan moet de opdrachtgever een coördinator ontwerpfase aanstellen. De opdrachtgever mag zelf bepalen wie als coördinator ontwerpfase wordt aangesteld. Hij kan een coördinator binnen de eigen organisatie aanstellen als daar de juiste expertise voor in huis is. Ook kan de opdrachtgever dit uitbesteden aan de ontwerpende partij of hier een externe partij voor aanstellen, zoals de architect of raadgevend ingenieur. Als de ontwerpende en uitvoerende functies door één en dezelfde partij worden vervuld, dan kan deze partij als coördinator optreden.

De coördinator ontwerpfase heeft als taken:

  • Namens de opdrachtgever zich ervan vergewissen dat de betrokken werkgevers en zelfstandigen in de uitvoeringsfase in staat zijn hun verplichtingen op grond van de Arbowet na te komen. Dit betekent dat hij namens de opdrachtgever samen met de ontwerpende partij de risico’s in het ontwerp zoveel mogelijk inventariseert en zoveel mogelijk van de risico’s in het ontwerp terugdringt.
  • Een Veiligheid-en Gezondheidsplan (V&G-plan) opstellen of laten opstellen.
  • Een V&G-dossier samenstellen, waarin eventuele structurele arbo-voorzieningen zijn opgenomen voor latere werkzaamheden aan het bouwwerk.
  • Het onderwerp veiligheid en gezondheid op de agenda houden en ervoor zorgen dat de verschillende partijen hierover duidelijke afspraken maken. Zodra er nieuwe veiligheidsmaatregelen en -voorzieningen zijn afgesproken, voegt de coördinator ze toe aan het V&G-plan.

Wil een coördinator ontwerpfase zijn taken naar behoren kunnen uitvoeren, dan gelden de volgende randvoorwaarden:

  • De coördinator wordt bij de start van het ontwerpproces betrokken.
  • De coördinator beschikt over kennis en ervaring met betrekking tot arboregels en bouwprocessen.
  • De opdrachtgever geeft de coördinator instructies over zijn taken en neemt zodanige maatregelen dat de coördinator zijn taken naar behoren kan vervullen en naar behoren uitoefent.

*  De opdrachtgever maakt afspraken met de coördinator over de uitvoering van de taken.

Nadere uitwerking van de BTO keuzen

De opdrachtgever heeft nagegaan welke risico’s als gevolg van ontwerp of opdracht (kunnen) ontstaan tijdens de uitvoeringsfase en heeft  in het V&G plan opgenomen de bouwkundige, technische en organisatorische (BTO)keuzen die in verband met de veiligheid en gezondheid van de werknemers en zelfstandigen in de ontwerpfase worden gemaakt alsmede de onderzoeken en rapporten die de onderbouwing van deze keuzen ondersteunen. Hierbij kan de opdrachtgever zichzelf de volgende vragen stellen;

1. Bent u als opdrachtgever nagegaan welke risico’s als gevolg van ontwerp of opdracht (kunnen) ontstaan tijdens de uitvoeringsfase?
De opdrachtgever (coördinator ontwerpfase ) zal moeten kunnen aangeven hoe en wanneer dit is nagegaan, of dat ergens vastgelegd is dan wel wie daar informatie over kan geven. Tevens wordt beoordeeld of dat tijdig genoeg is gedaan en of alle risico’s voldoende ingeschat en beoordeeld zijn.

2. Is ingeschat of tijdens de bouwfase de nodige maatregelen getroffen kunnen worden in de specifieke situatie?
De opdrachtgever zal inzake de risico’s uit vraag 1 moeten nagaan of er voldoende tijd, ruimte, toegang, middelen, gelegenheid etc. is voor de uitvoerende partij om adequate maatregelen te treffen. Dit veronderstelt dat de opdrachtgever beoordeelt of de maatregelen in deze specifieke (bouw)situatie inderdaad getroffen kunnen worden. Het noemen van standaardmaatregelen (bijv. steiger plaatsen, tilhulp gebruiken, gebied afzetten, verkeersplan, ruime opslag materialen, niet gelijktijdig in elkaars buurt werken, kleinere plafondplaten) is onvoldoende.  Er is pas sprake van “… rekening houden met …” de gevolgen van de opdracht voor de arbo in de uitvoeringsfase wanneer de opdrachtgever heeft beoordeeld of deze maatregelen ook daadwerkelijk kunnen worden gebruikt en toegepast op deze specifieke plek en in dit project.

Bijvoorbeeld, de “standaard opmerking” dat er met tilhulpmiddelen gewerkt moet worden volstaat niet. De opdrachtgever moet onderzocht hebben of de verschillende tilhulpmiddelen ook daadwerkelijk ter plekke gebracht en daar gebruikt kunnen worden (b.v. zijn er als dit werk gedaan moet worden nog toegangen in dak of gevel om deze hulpmiddelen ter plekke te brengen en halen). Hetzelfde geldt voor het kunnen bouwen van collectieve steigers of ter plekke brengen van hoogwerkers. Is daar inderdaad in die fase van de uitvoering nog voldoende ruimte voor ? Of wordt de uitvoerder daarin gehinderd of is het zelfs onmogelijk als gevolg van de aard van de opdracht en het ontwerp. Eenzelfde boordeling zou moeten plaatsvinden op bijvoorbeeld aanrijdgevaar in de omgeving: kan de omgeving/weg etc. voldoende afgezet worden

3. Heeft de opdrachtgever gezocht naar aanpassing van het ontwerp of heeft hij redelijke argumenten waarom dat niet kan?
Mochten opdracht/ontwerp problemen opleveren om in de uitvoeringsfase de juiste maatregelen te treffen, dan dient de opdrachtgever te zoeken naar alternatieven in ontwerp/opdracht. Tenzij de opdrachtgever redelijke argumenten heeft waarom dat in het voorkomende geval niet kan.

Het V&G plan moet duidelijk beschrijven welke keuzen dat zijn en er moet herleid kunnen worden voor welke werksituaties, risico’s of maatregelen dat geldt. Ook zullen hier eventuele argumenten van (on)redelijkheid genoemd moeten worden omdat dat de reden is waarom men niet kan kiezen voor een betere veiligheids- of gezondheidssituatie in de uitvoeringsfase.

Waar dient het V&G-PLAN  aan te voldoen?

Het V&G-plan dient voor wat betreft de ontwerpfase tenminste te voldoen aan artikel 2.28 van het Arbeidsomstandighedenbesluit en omvat minimaal de volgende onderdelen.

  1. Beschrijving van de wijze waarop en de maatregelen waarmee wordt voldaan aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving, normen en overige eisen op het gebied van veiligheid en gezondheid, inclusief onderbouwing en vastlegging van gemaakte keuzes.
  2. Beschrijving van de organisatie met betrekking tot veiligheid- en gezondheid;
  3. Beschrijving van de wijze waarop de drie stappen van ontwerppreventie zijn doorlopen, te weten:
    a. onderzoek naar de risico’s en gevaren van het ontwerp voor Arbo in uitvoeringsfase en gebruiksfase
    b. afwegen van alternatieven en weergeven welke redelijke redenen hij had eventuele alternatieven niet te kiezen
    c. het treffen van maatregelen.
  4. Beschrijving van de wijze waarop BTO-keuzen worden gemaakt en zijn onderbouwd: wat zijn de consequenties van Bouwkundige, Technische en Organisatorische keuzen in de uitvoerings- en gebruiksfase en welke alternatieven worden geboden aan de uitvoerende partij om maatregelen te nemen.
  5. Beschrijving van de wijze waarop met samenlooprisico’s wordt omgegaan (bij in gebruik blijven van gebouw en omgeving of bij gelijktijdige uitvoering van verschillende projecten of bijvoorbeeld onderhoudsactiviteiten).
  6. Beschrijving van de wijze van inventarisatie, evaluatie en hieruit volgende maatregelen met betrekking tot V&G-risico’s.
  7. Beschrijving van de wijze waarop de V&G-documenten (RI&E, V&G-plan, V&G-dossier) actueel worden gehouden en de ontstaansgeschiedenis herleidbaar is (versiebeheer).

Meldingsplichtig bouwwerk

Na gunning van het werk is het de plicht van de opdrachtgever om een groot bouwwerk via een kennisgeving te melden aan de Nederlandse Arbeidsinspectie. Deze melding dient zichtbaar op de bouwplaats opgehangen te worden.

Gerelateerde artikelen:

Wat als er iets mis gaat?

Gerelateerde casussen

Een gedachte over “De (excellerende) opdrachtgever in het bouwproces”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *