16 gedachten over “STAGE”

  1. OM strafbeschikking voor ongeval 13-jarige bij pluimveebedrijf

     

    In mei 2019 liep een 13-jarige jongen ernstig letsel op aan zijn duim tijdens het werken bij een pluimveebedrijf in Schore. De jongen viel waarbij hij met zijn hand klem kwam te zitten tussen de rollen van een lopende transportband voor eieren.

    De jeugdige eierraper was werkzaam in de directe nabijheid van een werkende machine, zonder een fysieke afscheiding. Door het ontbreken van een afscheiding was er sprake van onacceptabele veiligheidsrisico’s in de vorm van knel- en pletgevaar.

    Het Openbaar Ministerie (OM) legde in juli 2022, aan het pluimveebedrijf waarvoor de jongen werkte, een strafbeschikking op in de vorm van een geldboete van 7500 euro voor overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet en vanwege de verrichte verboden kinderarbeid.

    Bron: OM

  2. Wat voor werknemer is een stagiair?

    10 januari 2020 bron: http://www.salarisnet.nl

    Als een werkgever een stagiair aanneemt, is de vraag of degene die stage loopt is aan te merken als ‘gewone werknemer’ of niet. Voor de beoordeling daarvan wordt onder meer gekeken naar de hoogte van de stagevergoeding. Te hoge stagevergoedingen kunnen worden aangemerkt als loon, waardoor de stagiair als een gewone werknemer in loondienst kan worden aangemerkt. In de meeste gevallen is de stagiair echter een fictieve werknemer.

     

    Overigens gaf voormalig minister van Sociale Zaken Ascher in 2016 in een brief duidelijkheid gegeven over het verschil voor de wet tussen een stagiair en een ‘gewone werknemer’. Daarbij is de definitie vooral er op gericht om misbruik van werkgevers tegen te gaan. Stages en werkervaringsplekken kunnen immers een manier zijn om onder betaling van het minimumloon uit te komen. 

    De Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) vormt het wettelijk kader voor het beloningsvereiste. De termen stage en werkervaringsplek hebben in de WML geen betekenis; het gaat erom of sprake is van een arbeidsovereenkomst, formeel of blijkend uit de feiten en omstandigheden van het geval. Belangrijk hierbij is het onderscheid van de activiteiten die betrokkene verricht ten opzichte van die van de ‘gewone werknemer’.

     

    Leeraspect

    De WML is niet van toepassing als de activiteiten gericht zijn op leren. Activiteiten die gericht zijn op leren blijken bijvoorbeeld uit: 

    • er is sprake van een stageovereenkomst;
    • er is een duidelijk leerplan waarin de beoogde leerdoelen concreet benoemd zijn;
    • de stage is bij uitstek gericht op leren en niet op werken;
    • het gaat om werk waarbij het leeraspect van de stagiair centraal staat;
    • de stagiair onderscheidt zich van een gewone werknemer doordat de te verrichten werkzaamheden niet gericht zijn op productief werk waarmee vooral omzet of winst gegenereerd wordt;
    • de begeleiding van de stagiair moet gericht zijn op het leeraspect en niet op het behalen van productie;
    • de stagiair bezet een additionele plaats en neemt dus geen plaats in die normaliter door een werknemer wordt bezet;
    • bij voorkeur, maar niet noodzakelijk, zijn de gemaakte afspraken vastgelegd in een overeenkomst tussen een opleidingsinstituut en de ‘werkgever’;
    • er wordt tussentijds en aan het eind van de stage geëvalueerd;
    • er kan inzichtelijk worden gemaakt of en zo ja hoe de leerdoelen zijn bereikt door de stagiair.

    Echte of fictieve dienstbetrekking

    Leerlingen van onderwijsinstellingen die in de praktijk ervaring opdoen, zijn een stagiair. Meestal zijn leerlingen en stagiairs niet in echte dienstbetrekking. Maar als een stagiair een reële beloning krijgt, bijvoorbeeld het minimum(jeugd)loon, is hij wel in echte dienstbetrekking. Om het nog maar eens op te sommen:

    Echte dienstbetrekking: de stagiair ontvangt een reële beloning, de gewone regels voor loonheffingen gelden. Hij is verzekerd voor alle werknemersverzekeringen. U moet premies werknemersverzekeringen inhouden en de ingehouden inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) aan hem vergoeden.

    Fictieve dienstbetrekking: de stagiair is niet werkzaam in een echte dienstbetrekking, maar ontvangt een stagevergoeding. Hij is verzekerd voor de Ziektewet en Wajong en valt onder de Zvw. U hoeft geen premies werknemersverzekeringen in te houden. De stagiairs vallen niet onder de loondoorbetalingverplichting bij ziekte van de werkgever.

    Minimumloon betalen bij echte stage niet verplicht 

    Stagevergoeding

    Als de stagiair de stagevergoeding niet zelf krijgt, hoeft u geen loonheffingen in te houden en te betalen onder de volgende voorwaarden:

    • U maakt de stagevergoeding rechtstreeks aan de school of het stagefonds over, met uitzondering van kostenvergoedingen.
    • De school of het stagefonds geeft het stagegeld niet door aan de stagiair, maar gebruikt dit voor algemene schoolse activiteiten.
    • De school of het stagefonds administreert de stagevergoedingen en de besteding daarvan.
    • U legt binnen 2 maanden na afloop van elk jaar de volgende gegevens in uw administratie vast: de naam, het adres en het burgerservicenummer van de stagiair, de naam en het adres van de school of het stagefonds en het bedrag van de beloning. Hierbij vermeldt u de datum en het nummer van het besluit waarop de regeling is gebaseerd: 14 december 2010, nr. DGB2010/2202m.

    Met de Subsidieregeling praktijkleren kunt u een tegemoetkoming krijgen in de kosten voor de begeleiding van een leerling of student. Op dit moment kunt u echter geen nieuwe aanvraag doen. U bent overigens niet verplicht om een stagevergoeding of kostenvergoeding aan te bieden. Of de student of leerling een dergelijke plaats accepteert, is een zaak tussen onderwijsinstelling, de stagiair en de stageplaats.

     

    Arbowet

    Voor de werkgever is een stagiair geen werknemer. Hij krijgt geen loon, maar mogelijk wel een onkostenvergoeding. Voor de stagiair geldt ook geen arbeidsovereenkomst maar een stageovereenkomst. Voor de Arbowet is een stagiair echter wel een werknemer. Voor een stagiair gelden dezelfde regels als voor vaste werknemers. De werkgever is verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid van iedereen die in het bedrijf aan de slag is, dus ook voor stagiairs. De werkgever moet zorgen voor een goede werkomgeving. Ook een stagiair heeft recht op kosteloze verstrekking van beschermingsmiddelen door zijn werkgever. Als de stagiair jonger is dan 16 jaar, dan is een stageovereenkomst verplicht. Deze stageovereenkomst wordt mede ondertekend door de persoon die het ouderlijk gezag heeft. Werknemers jonger dan 18 jaar lopen extra risico’s in het bedrijf. De werkgever dient daar rekening mee te houden, bijvoorbeeld in de RI&E.

    Stageovereenkomst

    Voor bedrijven die vaak met stagiairs werken is het handig om de werkwijze op papier te zetten. Scholen noemen dit ook wel een BPV-plan (BeroepsPraktijkVormings-plan). Zo kunnen bedrijven bijvoorbeeld één vaste werknemer aanwijzen die stagiairs begeleidt. Deze stagebegeleider of leermeester heeft ook de taak toezicht te houden op het veilig en gezond werken van de stagiair. Daarnaast is het verstandig om een stageovereenkomst op te (laten) stellen. Daarin moet ten minste staan:

    • Begin- en einddatum van de stage;
    • aantal uren per week dat iemand werkt, denk ook aan de dagen en werktijden;
    • hoogte van de eventuele stagevergoeding en onkostenvergoedingen;
    • het takenpakket van de stagiair;
    • de naam van de stagebegeleider op de stageplek en zijn of haar functie;
    • aansprakelijkheid;
    • aantal vakantiedagen;
    • regeling bij ziekte of ongelukken op het werk.

    De, inmiddels vervallen, Circulaire Beleid rechtspositie stagiair en modelstageovereenkomsten die de overheid hanteerde kan helpen bij het vormgeven van een stageovereenkomst binnen uw organisatioe. 

     

    Stagevergoedingen en pensionkosten

    In de Circulaire wijzigingen in de financiële arbeidsvoorwaarden per 1 januari 2019 voor de ambtenaren werkzaam in de sector Rijk staan de stagevergoedingen en pensionkosten genoemd.

    De stagevergoedingen zijn sinds 1 januari 2019 als volgt vastgesteld:

    • Voor wo- en hbo-studenten wordt sinds 1 juli 2019 een vaste stagevergoeding gehanteerd van € 619,00 bruto per maand bij een stage van 40 uur per week.
    • Voor stages op mbo-niveau werd sinds juli 2019 een vaste stagevergoeding gehanteerd van € 448,00 bruto per maand bij een stage van 40 uur per week. Recent werd bekend gemaakt dat  vergoedingen voor mbo en hbo/wo-stages worden gelijkgetrokken.

    De maximale vergoeding voor eventueel te verstrekken pensionkosten bij binnenlandse en buitenlandse stages wordt geïndexeerd overeenkomstig de vergoedingsbedragen van logies bij
    dienstreizen en wordt daarom € 394,00 per maand met ingang van 1 januari 2019.

    Buitenlandse student

    Het is soms nodig om voor een buitenlandse student een tewerkstellingsvergunning aan te vragen als hij de stage voor zijn opleiding moet volgen. Stagiairs met een paspoort van één van de EER-landen of van Zwitserland, mogen vrij in Nederland werken en ook stage lopen.

    Stagiairs met een andere nationaliteit hebben een TWV of GVVA nodig.
    •    Duurt de stage korter dan drie maanden? Dan vraagt de werkgever een TWV aan bij het UWV.
    •    Duurt de stage langer? Dan vraagt de werkgever een GVVA aan bij de IND. GVVA staat voor: gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid.

    Opleiding in Nederland? Dan geen TWV nodig

    Volgt de stagiair een opleiding in Nederland? En is de stage relevant voor die opleiding? Dan hoeft de werkgever geen TWV aan te vragen voor de stagiair. Die student heeft dan namelijk al een verblijfsvergunning in verband met zijn opleiding. Er moeten wel concrete afspraken met de student en de betreffende onderwijsinstelling worden gemaakt. Die afspraken worden vastgelegd in een stageovereenkomst tussen werkgevers, stagiair en de onderwijsinstelling. De Inspectie SZW kan de werkgever naar de overeenkomst vragen.

     

  3. Heeft een werkgever dezelfde zorgplicht voor een stagiaire als voor een werknemer?

    JURISPRUDENTIE UITGELICHT – De zorgplicht van de werkgever is opgenomen in artikel 7:658 BW. De werkgever is in beginsel aansprakelijk voor de schade die een werknemer lijdt tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden, tenzij de werkgever aan haar zorgplicht heeft voldaan. We hebben al gezien dat een werkgever dezelfde zorgplicht voor werknemers kan hebben ten aanzien van ZZP-ers, maar hoe zit het bij stagiaires? Dat speelde in de volgende zaak.

    De zaak en de feiten
    Mevrouw X werkte bij Mocambo achter de receptie van een hotel. Op enig moment werden er werkzaamheden uitgevoerd door rioolbedrijf Zegwaard. De werkzaamheden betroffen het leegzuigen van de vetput. De vetput moest met een luik achter de balie worden opengemaakt. De medewerker van Zegwaard heeft allerlei benodigde gereedschappen en afzuigslangen rondom de opening neergelegd. Terwijl mevrouw X aan het werk was in het hotel is zij in de openstaande vetput gevallen, waardoor zij letsel heeft opgelopen. Zij wilde een printje van de printer pakken zonder er op bedacht te zijn dat ze in de openstaande put kon vallen. Mevrouw X stelt Mocambo op basis van artikel 7:658 BW aansprakelijk voor haar schade en Zegwaard op grond van 6:170 BW. Zowel Mocambo als Zegwaard betwisten de aansprakelijkheid. Mevrouw X legt de kwestie voor aan de rechter. Mocambo stelt zich op het standpunt dat ze niet aansprakelijk is omdat mevrouw X geen werknemer is in de zin van artikel 7:658 BW, maar een stagiaire. Daarnaast, mocht Mocambo wel aansprakelijk zijn, dan betwist Mocambo dat mevrouw X in de put is gevallen en dat Mocambo haar zorgplicht heeft geschonden.

    Wat zegt de rechter?
    De rechter oordeelt dat het in het kader van de werkgeveraansprakelijk op grond van artikel 7:658 BW in het midden kan blijven of mevrouw X werkneemster of stagiare is. Mocambo is als werkgever in beide gevallen aansprakelijk voor schade die tijdens de uitvoering van de werkzaamheden wordt geleden. Op basis van de wet moet de werkgever de werkruimte zodanig inrichten of maatregelen treffen die redelijkerwijs noodzakelijk zijn om schade te voorkomen. De aansprakelijkheid is alleen niet aan de orde als de werkgever aan de zorgplicht heeft voldaan of als de schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid. De werknemer moet stellen en bij betwisting bewijzen dat ze schade heeft geleden tijdens de uitoefening van haar werk. Die bewijsplicht gaat overigens niet zover dat ze zonder meer moet bewijzen hoe het ongeval is gebeurd en wat daar de oorzaak van is. Volgens de rechter heeft mevrouw X voldoende bewezen dat zij inderdaad in de vetput is gevallen, dit mede gelet op het soort letsel dat ze heeft opgelopen. Dit past bij een val in een put en niet zozeer bij een struikelpartij over losliggend materiaal. De werkgever kan nu alleen nog onder de aansprakelijkheid uitkomen, indien ze aantoont dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan. In dit geval kijkt de rechter naar artikel 3.16 van het arbeidsomstandighedenbesluit. Aangenomen moet worden dat een opening in de vloer tot valgevaar leidt. Waar valgevaar bestaat, moet de werkgever duidelijk markeren waar het gevaar is door bijvoorbeeld bordjes te plaatsen. Dit is niet gebeurd. Het enkele waarschuwen van het personeel is niet voldoende. Het feit dat de deksel van de put openstaat en er slangen liggen die gebruikt worden om de put leeg te zuigen, geldt niet als de vereiste markering. De werkneemster ontkent bovendien ook te zijn gewaarschuwd. Van Mocambo mocht in ieder geval verwacht worden dat zij de ruimte achter de receptiebalie waar die vetput zich bevindt had afgeschermd en het personeel met borden, linten etc. en had gewaarschuwd voor de gevaarzettende situatie. De rechter oordeelt dat Mocambo niet aan haar zorgplicht heeft voldaan en dus aansprakelijk is voor de schade van mevrouw X.

    Hoe zit het dan met de aansprakelijkheid van het bedrijf die de werkzaamheden uitvoerde? Mevrouw X had Zegwaard ook aansprakelijk gesteld voor de door haar geleden schade. De grondslag voor deze aansprakelijkheid was artikel 6:170 BW (aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door een ondergeschikte). Volgens mevrouw X had ook de werknemer van Zegwaard onvoldoende gedaan om te waarschuwen voor een gevaarlijke situatie ten tijde van het uitvoeren van de werkzaamheden. Zegwaard betwist ook dat mevrouw X in de put is gevallen omdat het luik al gesloten zou zijn ten tijde van haar val. Volgens Zegwaard rust op mevrouw X de bewijslast ten aanzien van de toedracht van het ongeval. Daarnaast zou het personeel gewaarschuwd zijn en zou de put steeds afgedekt zijn geweest. De rechter oordeelt dat hoewel de bewijslast (anders dan bij de zorgplicht van de werkgever) rust op mevrouw X voor de toedracht van het ongeval, zij geslaagd is in de bewijslevering. Zo past het letsel van mevrouw meer bij een val in de put dan een ‘gewone’ val over losliggend materiaal. Bovendien had de betreffende medewerker van Zegwaard het ongeval niet zien gebeuren, omdat hij er op dat moment niet bij was. Hij kwam pas ter plaatse toen mevrouw X weer op haar billen op de grond zat. Voor de aansprakelijkheid van Zegwaard is het ook niet relevant of mevrouw nou wel of niet in die put is gevallen. Ook als zij over de losliggende slangen en materialen zou zijn gevallen zou Zegwaard aansprakelijk zijn geweest. Van Zegwaard mocht immers verwacht worden dat er afdoende maartregelen genomen zouden worden om ongevallen te voorkomen. Te meer nu de werkzaamheden zich direct in de buurt van de werkplaatsen van het baliepersoneel bevonden en zij gezien de aard van hun werk niet altijd even bedacht zijn op losliggend materiaal en openstaande luiken. Een eenvoudige afzetting had de schade voorkomen kunnen hebben. Kortom, ook Zegwaard is aansprakelijk voor de schade van mevrouw X.

    Wat betekent dit in de praktijk?
    Voor de werkgeversaansprakelijkheid maakt het niet uit of het gaat om een stagiaire of een werknemer. De werkgever is in beide gevallen in beginsel aansprakelijk. Verder komt in deze uitspraak naar voren dat voor het ongeval zowel een werkgever in het kader van de op haar rustende zorgplicht aansprakelijk kan zijn, als een bedrijf dat werkzaamheden bij de werkgever uitvoert. De bewijslast is wel anders verdeeld en zwaarder voor schadelijdende partij (de werknemer) in geval van het bedrijf dat niet als de werkgever aangemerkt kan worden.

    Ingeborg ten Oever
    Lawton Advocaten

    Vindplaats: ECLI:NL:GHDHA:2016:103

  4. Verschil stage, werkervaringsplek of werk
    Minister Asscher van Sociale Zaken gaat in een brief aan de Tweede Kamer in op het verschil tussen een stage, werkervaringsplek of werk.

    Het onderscheid tussen een stage, werkervaringsplek of werk wordt bepaald door het leeraspect. Er is sprake van een stage als men binnen een werkomgeving activiteiten verricht waarbij het leeraspect centraal staat. Daarbij is het niet uitgesloten dat iemand een stage loopt zonder een opleiding te volgen bij een onderwijsinstelling.

    Duidelijk onderscheid
    Voor het verrichten van een stage is het van essentieel belang dat de werkzaamheden van een stagiair zich duidelijk onderscheiden ten opzichte van die van een ‘gewone werknemer’. De werkzaamheden van een gewone werknemer zijn hoofdzakelijk van productieve aard, gericht op het maken van omzet, winst of het behalen van doelen (et cetera).

    Een stage is bij uitstek gericht op leren en niet op werken, de stagiair bezet een additionele plek en neemt dus geen plaats in die normaliter door een werknemer wordt bezet.

    Als het gaat om werk of werkervaring, zonder dat het leeraspect centraal staat, is juridisch gezien sprake van een arbeidsovereenkomst en heeft betrokkene recht op het wettelijk minimumloon.

    Van belang is dat er altijd gekeken wordt naar de feitelijke omstandigheden om te beoordelen of er sprake is van een stage, werkervaringsplek of werk.

    Inspectie SZW
    De Inspectie SZW is belast met het toezicht op de naleving van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. De Inspectie SZW kan een boete opleggen aan bedrijven als zij geen minimumloon betalen terwijl er juridisch sprake is van een arbeidsovereenkomst. Pasafgestudeerden die vinden dat zij onderbetaald worden kunnen zelf een klacht indienen bij de Inspectie SZW. Ook de vakbond kan dat namens hen doen. De Inspectie SZW kan dan een onderzoek starten.

    Klik hier voor de brief

    1. Asscher reageert op BDU-advertentie
      dinsdag 9 december 2014

      Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Lodewijk Asscher erkent dat uit de advertentietekst van een omstreden vacature van BDU Media niets blijkt van een opleidingsplan of gestructureerd verwerven van kennis en vaardigheden. “Belangrijke elementen van een stage lijken te ontbreken”, aldus de minister.

      Asscher benadrukt dat hij zijn oordeel baseert op enkel de advertentietekst en feitelijke omstandigheden bepalen of van stage sprake van is – en daarmee een vergoeding ruim onder minimumloon te rechtvaardigen is. “Als het gaat om werk of werkervaring, zonder dat het leeraspect centraal staat, is juridisch gezien sprake van een arbeidsovereenkomst en heeft betrokkene recht op het wettelijk minimumloon”, schrijft de minister.

      De Inspectie SZW is daarbij de aangewezen instantie die toezicht houdt op de naleving van de wet. Als een pas afgestudeerde bij een werkervaringsplaats het idee heeft onderbetaald te worden omdat er feitelijk van een arbeidsovereenkomst sprake is, kan er een klacht worden ingediend bij de Inspectie. Ook een vakbond kan dat voor hen doen, aldus Asscher.

      Annabel de Winter, NVJ-secretaris voor onder meer lokale media, is niet onder de indruk van de antwoorden: “Een pas afgestudeerde heeft al een stage doorlopen, dus over welk leerproces hebben we het?” Verder verwacht De Winter niet dat iemand die een van de werkervaringsplekken heeft bemachtigd, snel naar de inspectie zal durven stappen.

    2. ‘Werkervaringsplekken zijn eigenlijk gewoon uitbuiting’

      Woensdag, 07:37

      Economie

      ANP

      Je bent jong, net afgestudeerd en wil graag werken. Omdat er geen baan te vinden is en je toch graag ervaring op wilt doen ga je aan de slag op een werkervaringsplek. Onbetaald of tegen een lage vergoeding, terwijl je exact hetzelfde werk doet als je betaalde collega’s.

      En dat mag niet. Als het gaat om werk of werkervaring, zonder dat er leerdoelen zijn of begeleiding is, is er juridisch gezien sprake van een arbeidsovereenkomst. Een werknemer heeft dan gewoon recht op het minimumloon. Bij een stage is er vanuit de opleiding een begeleider die de kwaliteit controleert en die er voor zorgt dat er leerdoelen gesteld worden. Bij een werkervaringsplaats is iemand al afgestudeerd en is er van begeleiding geen sprake.

      “Er wordt op deze manier misbruik gemaakt van de zwakke positie van jongeren die net afgestudeerd zijn”, zegt zegt FNV Jong-voorzitter Esther Crabbendam. “Zij zouden gewoon een contract moeten krijgen, zodat ze een goede start op de arbeidsmarkt kunnen maken.”


      53 procent geeft aan dat het werk eerder door een betaalde kracht werd gedaan.
      FNV Jong-voorzitter Esther Crabbendam”

      FNV Jong constateert dat er steeds meer van die werkervaringsplekken bijkomen en lanceert daarom het Meldpunt Stagemisbruik. “Er zijn nog geen exacte cijfers over die werkervaringsplekken”, zegt Crabbendam. “We krijgen wel veel meldingen, maar met het meldpunt willen we precies in kaart brengen om hoeveel plaatsen het gaat, in welke sectoren het voorkomt en hoeveel die jongeren betaald krijgen.”

      Werkgevers zouden de jongeren zien als goedkope krachten. Crabbendam: “Uit onderzoek onder jongeren op werkervaringsplekken blijkt dat 53 procent aangeeft dat het werk eerder door een betaalde kracht gedaan werd. Werkgevers willen met een werkervaringsplek een goedkope kracht binnenhalen. Het is dus eigenlijk gewoon uitbuiting.”

      FNV Jong wil via het meldpunt ook jongeren op hun rechten wijzen of ze helpen melding te doen bij de arbeidsinspectie. “De politiek kijkt de andere kant op en de inspectie handhaaft niet”, zegt Crabbendam. “Vroeger kreeg je een starterspositie als je klaar was met studeren. Nu moet je eerst maar even onbetaald kennismaken met een baan. Wij vinden dat dat niet kan.”

  5. Optelstom uren maatschappelijke stage en bijbaan
    De maatschappelijke stage geldt als werk. Heeft een kind dat stage loopt ook een bijbaan? Dan moeten de uren van de stage bij de uren van de bijbaan worden opgeteld. Het totaal van deze uren mag de maximale werk- en rusttijden niet overschrijden.

  6. BPV en wettelijke aansprakelijkheid

    “Een ongeluk zit in een klein hoekje”.

    Ook tijdens de stage of het werken kan het zijn dat er schade of een ongeval gebeurt.
    De stage biedende organisatie is aansprakelijk en verantwoordelijk voor het doen en laten van een stagiair, tenzij er sprake is van opzet of bewust roekeloosheid. Het bedrijf moet er dan ook voor zorgen dat zij een WA-verzekering afgesloten hebben, net zoals zij dat hebben voor hun reguliere werknemers en bijvoorbeeld uitzendkrachten.

    Het is wettelijk niet toegestaan dat een leerbedrijf in een praktijkovereenkomst een bepaling opneemt waarmee het aansprakelijkheid uitsluit. Als een leerbedrijf dit toch doet, dan moeten de stagiair en de onderwijsinstelling de praktijkovereenkomst niet tekenen. Het leerbedrijf is aansprakelijk, de stagiair hoeft niet aan te tonen dat het ongeval niet door zijn schuld is gebeurd.

    Ten aanzien van de aansprakelijkheid bepaalt het Burgerlijk Wetboek (art. 7:658 lid 2 “bescherming tegen gevaar”) dat de werkgever, behalve bij opzet of bewuste roekeloosheid, aansprakelijk is voor alle ontstane schade die de stagiaire/werknemer in de uitoefening van werkzaamheden lijdt. Lid 3 van artikel 7:658 geeft aan, dat hiervan niet kan worden afgeweken. In artikel 1 worden de maatregelen genoemd, die van de stagiair/werknemer redelijkerwijs verwacht mogen worden om te voorkomen, dat een stagiair/werknemer in uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt.

    In artikel BW 6:170 “ondergeschikten” is geregeld, dat voor schade toegebracht aan derden door een fout van de ondergeschikte, is degene in wiens dienst de ondergeschikte zijn taak vervult aansprakelijk. Leerlingen vallen in de categorie ondergeschikten.

  7. Arbeidsrecht > Stage (rechtspositie)

    Stage (rechtspositie)

    De meeste studenten (MBO, HBO, Universitair) lopen tijdens hun opleiding een of meerdere stages*. De stage vormt dan ook een belangrijk deel van de opleiding en is bedoeld om te leren hoe het in een bedrijf of instelling toegaat c.q. het opdoen van werkervaring.

    * Binnen het MBO wordt een stage tegenwoordig beroepspraktijkvorming (bpv) genoemd.

    Rechtspositie
    In juridische zin – het begrip stage-overeenkomst heeft geen wettelijke grondslag – zijn er voor stagiairs de volgende overeenkomsten mogelijk:
    • arbeidsovereenkomst: allereerst kan met een stagiair een (tijdelijke) arbeidsovereenkomst zijn afgesloten. Dit houdt onder meer in dat er sprake is van een gezagsrelatie en de stagiair ten minste het minimumloon moet verdienen, zie paragraaf Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag (WML);
    • fictieve dienstbetrekking: vaker komt het voor dat er in plaats van een arbeidsovereenkomst een leer-, stage-, of praktijkovereenkomst wordt afgesproken met een daarbij horende vergoeding, die als regel onder het minimumloon uitkomt, zie paragraaf Fictieve dienstbetrekking en opting-in;
    • stage-overeenkomst zonder vergoeding: als de stagiair geen beloning voor de verrichte arbeid ontvang, is er noch sprake van een arbeidsovereenkomst noch van een fictieve dienstbetrekking.

    NB: Een stagevergoeding kan invloed hebben op de studiefinanciering of en/de kinderbijslag.

    Loonheffing
    • is een arbeidsovereenkomst afgesloten, dan worden op het loon van de stagiair loonbelasting/premies volksverzekeringen en Zorgverzekeringswet ingehouden;
    • hetzelfde geldt voor een leer- of stage-overeenkomst;
    • soms wordt de stagevergoeding rechtstreeks naar de onderwijsinstelling van de stagiair overgemaakt ten behoeve van algemene schoolactiviteiten of een stagefonds. Op het loon van de stagiair wordt nu geen loonheffing ingehouden, zolang de stagiair zelf maar geen loon/vergoeding ontvangt. De onderwijsinstelling moet hierover een administratie bijhouden.

    Verzekeringen
    • de stagiair met wie een arbeidsovereenkomst is afgesloten, is – net als alle andere werknemers – verzekerd voor de WW, WIA en Zorgverzekeringswet;
    • bij de fictieve dienstbetrekking is de werknemer verzekerd voor de Ziektewet en de Wet Wajong, de stagiair betaalt hiervoor geen premie;
    • stagiairs met een stage-overeenkomst zonder vergoeding zijn verzekerd voor de Wet Wajong, zij betalen hiervoor evenmin premie.

    Uit jurisprudentie valt op te maken dat de werkgever met betrekking tot de veiligheidsvoorschriften stagiaires gelijk dient te behandelen als de werknemers. Laat de werkgever dit achterwege dan loopt hij het risico aansprakelijk te worden gesteld voor eventueel geleden schade opgelopen tijdens het uitoefenen van de stage.

    (Bron en meer: FNV-jong)

    Hoogte vergoeding
    De hoogte van de stagevergoeding hangt af van het opleidingsniveau:
    • MBO: op MBO-niveau zijn bedrijven, instellingen en organisaties niet verplicht om een vergoeding te betalen aan de stagiair, maar meestal wordt er wel een stagevergoeding betaald, zeker bij grote organisaties en bedrijven. Voor MBO ligt de stagevergoeding tussen € 136 tot € 227 bruto per maand. Een student kan ook in aanmerking komen voor een reiskosten vergoeding, bijvoorbeeld dat iemand geen OV-kaart heeft of dat hij ver moet reizen naar de stageplaats;
    • HBO: de vergoeding ligt gemiddeld op € 136 tot € 227 bruto per maand. Deze vergoedingen hebben betrekking op een stage in het tweede of derde jaar van de opleiding. Voor een afstudeerstage (4-de jaar) ligt het gemiddelde op € 227 tot € 363 bruto per maand;
    • WO: de stagevergoeding ligt gemiddeld hoger dan op HBO-niveau, namelijk tussen bruto € 227 tot € 454 per maand. Voor IT´ers ligt de gemiddelde stage vergoeding wat hoger. Dit heeft te maken dat er veel vraag is naar IT´ers, de gemiddelde stagevergoeding ligt voor IT-ers tussen de € 275 en € 450 bruto per maand.

    Bron: Stagemotor.nl.

    De stagevergoedingen bij de overheid zijn iets hoger, zie werkenbijdeoverheid.nl.

    Buitenlandse stagiairs
    Met ingang van 1 november 2008 moet een Nederlandse werkgever die een buitenlandse student van buiten de EU in Nederland een stageplaats aanbiedt, een stagevergoeding betalen van minimaal 50% van het minimumloon. Dit bedrag geldt voor iedere stagiair, ongeacht de leeftijd van de stagiair en ongeacht de vraag of het een deeltijd- of voltijdsstage betreft; eventuele kosten van huisvesting, reiskosten en vergoeding van kleding et cetera mogen niet van dit bedrag worden afgetrokken. De stagiair moet beschikken over een tewerkstellingsvergunning, zie paragraaf Buitenlandse werknemers.

    Over de stagevergoeding van een buitenlandse stagiair die in Nederland woont en studeert c.q. stage loopt, wordt premie Volksverzekeringen ingehouden. Hij is hiervan tot zijn 30ste jaar vrijgesteld.

    Afdrachtvermindering
    Onder voorwaarden kan de werkgever gebruik maken van de regeling afdrachtvermindering onderwijs, zie de betreffende paragraaf.

    Belangenbehartiging
    Afhankelijk van het niveau en soort opleiding zijn er diverse belangenorganisaties voor scholieren/studenten. We noemen het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) en de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB). Voor HBO en universitaire studenten zijn er vele organisaties die opkomen voor hun belangen, dat zijn onder meer het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) en de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb), deze en andere organisaties treft u aan bij Wikipedia.

    Traineeship
    Een traineeship is niet hetzelfde als stage. Traineeship wordt na het beëindigen van een studie/opleiding verricht, een stage maakt onderdeel uit van de studie.
    Een traineeship duurt doorgaans twee jaar en bestaat uit een combinatie van werken en leren. Tijdens het traineeship krijgen pas-afgestudeerden HBO/WO-ers als regel diverse projecten uit verschillende onderdelen van de organisatie. Het uiteindelijke doel is de aanstelling. Voor organisatie is een traineeship een middel om zich te profileren onder jonge talentvolle starters.

    Illegalen
    Vanaf mei 2012 mogen illegalen in het kader van hun beroepsopleiding stage lopen, zie paragraaf Koppelingswet. Het Stoutfonds, in 2011 opgericht om de boetes te betalen voor werkgevers die stages aan deze illegale jongeren, wordt nu overbodig, zie artikel Einde Stoutfonds in zicht.

    Zorgen vakorganisaties om gratis stagiaires
    Vakorganisaties FNV Jong en CNV Jongeren maken zich zorgen om het grote aantal hoogopgeleide jongeren dat gratis stage loopt. Pas afgestudeerden die geen baan kunnen vinden proberen zo in de schijnwerpers van bedrijven te komen.

    Uit onderzoek van Stageplaza blijkt dat ruim achttien procent van de hbo-stagiaires en zestien procent van de wo-stagiaires helemaal niets krijgt voor het werk wat zij doen. Een kwart van de betrokken bedrijven geeft aan ook niet van plan te zijn iets te geven.

    (Bron: Nu, 15 aug. 2013)

    Onbetaalde stage mag
    De groeiende groep afgestudeerden die na hun studie nog onbetaald als stagiair aan het werk gaat, vormt volgens minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geen enkel probleem. Zorgen over oneerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt, waardoor er verdringing ontstaat, wuift Asscher weg. Stages zijn in zijn ogen werkplekken die anders niet hadden bestaan. „Deze plekken komen niet tot stand als de werkgever geen stagiair heeft. Er is evenmin sprake van een verplichting om de stagiair een vergoeding te betalen in het kader van een stage-overeenkomst”. Volgens FNV Jong heeft de minister het niet helemaal begrepen.

    (Bron: Spits, 25 sept. 2013)

    Naslag
    Meer informatie over stagiairs is te vinden in Handboek Loonheffingen 2014, blz 148.

  8. Stagiair geen gewone werknemer – leren staat centraal

    Voor het verrichten van een stage is het van essentieel belang dat de werkzaamheden van een stagiair zich duidelijk onderscheiden ten opzichte van die van een ‘gewone werknemer’. Dat laat minister Asscher van Sociale Zaken weten in antwoord op Kamervragen.
    Er is sprake van een stage als men binnen een werkomgeving activiteiten verricht waarbij het leeraspect centraal staat. Daarbij is het niet uitgesloten dat iemand een stage loopt zonder een opleiding te volgen bij een onderwijsinstelling.

    Stagecriteria
    De meest kenmerkende criteria van een stage zijn:
    – er is sprake van een stageovereenkomst;
    – er is een duidelijk leerplan waarin de beoogde leerdoelen concreet benoemd zijn;
    – de stage is bij uitstek gericht op leren en niet op werken;
    – het gaat om werk waarbij het leeraspect van de stagiair centraal staat;
    – de stagiair onderscheidt zich van een gewone werknemer doordat de te verrichten werkzaamheden niet gericht zijn op productief werk waarmee vooral omzet of winst gegenereerd wordt;
    – de begeleiding van de stagiair moet gericht zijn op het leeraspect en niet op het behalen van productie;
    – de stagiair bezet een additionele plaats en neemt dus geen plaats in die normaliter door een werknemer wordt bezet;
    – bij voorkeur, maar niet noodzakelijk, zijn de gemaakte afspraken vastgelegd in een overeenkomst tussen een opleidingsinstituut en de ‘werkgever’;
    – er wordt tussentijds en aan het eind van de stage geëvalueerd;
    – er kan inzichtelijk worden gemaakt of en zo ja hoe de leerdoelen zijn bereikt door de stagiair

    Arbeidsovereenkomst
    Als de feitelijke omstandigheden niet tegemoet komen aan bovenstaande criteria, is geen sprake van een stage. Als het gaat om werk (werkervaring), zonder dat het leeraspect centraal staat, is juridisch gezien sprake van een arbeidsovereenkomst en heeft betrokkene aanspraak op het wettelijk minimumloon. Ook een inwerkperiode zal niet als stage worden aangemerkt.
    De Inspectie SZW legt een boete op aan bedrijven als zij claimen dat het om stagiairs gaat, terwijl uit de feiten en omstandigheden blijkt dat het gaat om werk en het wettelijk gezien een arbeidsovereenkomst betreft.

  9. za 08 dec 2012, 22:31
    Illegale mbo-scholier mag stage gaan lopen

    DEN HAAG – 
    Illegale mbo-scholieren kunnen zonder problemen stage gaan lopen. Het kabinet gaat dit mogelijk maken, zei minister Lodewijk Asscher (PvdA) van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zaterdag in het tv-programma Nieuwsuur.

    In zijn vorige functie als wethouder in Amsterdam kwam hij hard in aanvaring met de toenmalige minister van Sociale Zaken, Henk Kamp (VVD), over dit onderwerp. Asscher liet tegen de zin van de bewindsman illegale mbo-scholieren in de hoofdstad stage lopen. Kamp dreigde met boetes als hieraan geen einde zou komen.

    In mei oordeelde een rechter in Den Haag dat een illegale mbo-scholier recht heeft op stage. Daarop ging de Staat in hoger beroep. Eerder had al een meerderheid van de Tweede Kamer zich achter de wethouder geschaard en gevraagd om een stage voor illegalen wel mogelijk te maken.
    Asscher gaat dit hoger beroep intrekken. Op 1 juli treedt de nieuwe regelgeving in werking. Tot die datum zal de Inspectie SZW de huidige praktijk voortzetten en geen boetes uitdelen.
    Kamp oordeelde destijds dat illegalen geen stage mogen lopen omdat dat in zijn ogen arbeid is en geen onderwijs. En illegalen mogen niet werken in ons land. Asscher meende daarentegen dat stages wel degelijk bij het onderwijs horen. Kamp – nu minister van Economische Zaken – blijft „fel op het onderwerp”, maar „we zijn het eens geworden dat dit dus geen werk is maar onderwijs”, zei Asscher in Nieuwsuur.
    Het kabinet vindt het onwenselijk dat illegalen geen diploma kunnen halen. Daarom wordt voor deze groep een uitzondering gemaakt in de regelgeving. Er zijn wel een aantal voorwaarden aan verbonden. Zo gaat het alleen gelden voor kinderen die voor hun 18e aan een beroepsopleidende leerweg (BOL) in het mbo-onderwijs zijn begonnen. Ook moet de stage onbezoldigd zijn.

    lees hier de brief aan de tweede kamer

  10. do 06 sep 2012, 17:16
    |
    lees voor

    Werkstraf geëist voor dood stagiair

    LELYSTAD –  Voor de dood van een 17-jarige stagiair bij een bouwbedrijf in Almere, is donderdag 40 uur werkstraf en 500 euro boete geëist tegen zijn toenmalige begeleider. Bij de rechtbank in Lelystad werd duidelijk dat de jongen aan het werk werd gezet in een stelling en geplet werd door een lading zware branddeuren.

     
    Het ongeval in maart 2009 had volgens het Openbaar Ministerie (OM) voorkomen kunnen worden, als de deuren vast waren gezet. Doordat dit niet was gebeurd, kreeg het slachtoffer in totaal ongeveer 500 kilo bovenop zich. Hij overleed in het ziekenhuis. Het ongeval gebeurde op zijn laatste stagedag.

    De begeleider was geëmotioneerd toen de eis werd uitgesproken. Volgens zijn advocaat lag de schuld bij het slachtoffer zelf. Die zou aan een vitaal deel van de constructie hebben gewerkt, waardoor de stelling instabiel werd.
    Het OM wijt de dood van de jongen echter volledig aan het niet vastzetten van de deuren. De aanklager eiste daarom ook tegen het bouwbedrijf zelf 9000 euro boete, waarvan de helft voorwaardelijk, voor het overtreden van de Arbowet.
    Uitspraak op 20 september.

    1. do 20 sep 2012, 14:30
      |
      Vrijspraak in zaak verongelukte stagiair

       
      LELYSTAD –  De dood van een 17-jarige stagiar bij een bouwbedrijf in Almere, kan zowel het bedrijf als de stagebegeleider van de jongen niet worden aangerekend. Dat heeft de rechtbank in Lelystad donderdag bepaald.

      De begeleider en het bedrijf werden beiden vrijgesproken van het overtreden van de ARBO-wet. Ook dood door schuld kon de begeleider volgens de rechtbank niet worden verweten.
      Het slachtoffer werd op zijn laatste stagedag in maart 2009 bedolven onder een stapel zware branddeuren tijdens werkzaamheden in een stelling. Volgens het Openbaar Ministerie (OM) had het ongeluk voorkomen kunnen worden als de deuren vast waren gezet.

  11. vr 15 jun 2012, 07:24
    |
    Mbo'ers balen van stagebegeleiding

    AMSTERDAM –  Stagebegeleiding vanuit mbo-instellingen schiet vaak tekort. 30 procent van de mbo'ers zegt hierover ontevreden te zijn.

     
    Foto: Dijkstra

    Dat schrijft Metro op de voorpagina. De krant baseert zich op de JOB-monitor 2012. ,,Deze negatieve geluiden zijn extreem'', zegt de voorzitter van de studentenvakbond JOB. ,,Soms komt een docent helemaal niet op de stageplek van de student langs. Er is niets structureel vastgelegd, de mbo-instellingen mogen zelf bepalen wat ze doen.''

  12. Dit moet je weten als je een stagiair in huis haalt

    Is een stagiair een echte werknemer en is een stagevergoeding loon? Mag je eigenlijk zomaar een stagiair aannemen en wat moet je als werkgever eigenlijk regelen qua sociale zekerheid? Wij zetten alle antwoorden voor het in dienst nemen van een stagiair op een rij.
    door: Sanne Ruhaak|9 mei, 2012
    |189

    Wil je een (v)mbo-leerling stage laten lopen in je bedrijf, dan dien je een erkend leerbedrijf te zijn. Een erkenning kun je aanvragen bij Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) en geldt vier jaar. Hieronder zie je de criteria waaraan je moet voldoen om in aanmerking te komen voor een erkenning.

    Regels

    Voor stagiairs gelden soms dezelfde regels als voor je gewone werknemers, bijvoorbeeld op het gebied van arbeidsomstandigheden. Op het gebied van beloning en sociale zekerheid kunnen andere regels gelden. Bovendien hebben stagiairs een stageovereenkomst in plaats van een arbeidsovereenkomst
    Beloning en sociale zekerheid

    Je kunt je stagiairs loon of een stagevergoeding betalen. Als je loon betaalt is er sprake van een echte dienstbetrekking. Betaal je een stagevergoeding dan is er sprake van een fictieve dienstbetrekking. Dit heeft gevolgen voor de sociale zekerheid.
    Echte dienstbetrekking

    Er is sprake van een echte dienstbetrekking als je stagiairs, net als je gewone werknemers, voor hun werk een reële beloning ontvangen. Dan gelden de gewone regels voor loonheffingen. De stagiairs zijn verzekerd voor alle werknemersverzekeringen. Je moet premies werknemersverzekeringen inhouden en de ingehouden inkomensafhankelijke bijdrage Zvw aan hen vergoeden.
    Fictieve dienstbetrekking

    Als je stagiairs niet werkzaam zijn in een echte dienstbetrekking, maar wel een stagevergoeding ontvangen, is er sprake van een fictieve dienstbetrekking. Deze stagiairs zijn verzekerd voor de Ziektewet en Wajong. Je hoeft geen premies werknemersverzekeringen in te houden. De stagiairs vallen bovendien niet onder de loondoorbetalingverplichting bij ziekte van de werkgever.
    Maatschappelijke stage

    Een maatschappelijke stage houdt in dat jongeren in het voortgezet onderwijs minimaal dertig uur vrijwilligerswerk doen als onderdeel van hun schoolloopbaan. Als stagebieder bied je maatschappelijke stageplaatsen aan jongeren aan.

  13. De arbeidsomstandighedenwet én de arbeidstijdenwet zijn beide van toepassing op de maatschappelijke stage. Wat staat er in die wetten? En wat betekent dat concreet voor de invulling van maatschappelijke stage?

    Kinderen tot 16 jaar mogen volgens de wet alleen onder bepaalde voorwaarden werken. Deze voorwaarden gelden ook voor leerlingen die een maatschappelijke stage doen. In de Arbeidstijdenwet en Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) staan regels waaraan ook stagebieders en scholen zich moeten houden. Deze regels gaan over werktijden, rusttijden en het soort werk dat leerlingen tijdens hun stage mogen doen. De regels verschillen per leeftijdscategorie. Verderop leest u wat voor maatschappelijke stage leerlingen van 12 tot en met 17 jaar mogen doen.
    Leerlingen van 12 jaar: binnenschoolse stage

    Leerlingen van 12 jaar mogen alleen binnen school een maatschappelijke stage doen. Voorbeelden van binnenschoolse stages zijn:

    * Een muziekvoorstelling geven voor buurtbewoners
    * Op school computerles geven aan ouderen

    Leerlingen van 13-14 jaar

    Soort werk

    Voor het soort werk dat leerlingen van 13 en 14 jaar tijdens hun maatschappelijke stage mogen doen, geldt de Arbeidsomstandighedenwet.

    klik hier voor meer informatie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

nieuws en informatie op gebied van arbeidsomstandigheden