VCA-certificaat is harde eis

Bron:Arbo-Online.nl

In deze casus wordt de Staat teruggefloten vanwege het gunnen van een opdracht aan de goedkoopste aanbieder, zonder dat er een VCA-certificaat was overlegd.

Het Materieellogistiek Commando van de Koninklijke Landmacht (verder: de Staat) organiseert een Europese aanbestedingsprocedure. Het betreft een vierjarige raamovereenkomst voor inhuren van tentaccommodaties en accessoires (hierna: ‘de opdracht’). De opdracht (de gunning) gaat naar de economisch meest voordelige inschrijver. Die moet, op straffe van uitsluiting, voldoen aan de bepalingen van de Aanbestedingsleidraad.

Lees ook: En ja, daar is de nieuwe VCA

VCA-certificaat verplicht

Een van die bepalingen is dat de organisatie VCA gecertificeerd moet zijn, zodat de werkzaamheden veilig uitgevoerd worden. VCA staat voor Veiligheid, Gezondheid en Milieu (VGM) Checklist Aannemers. Met een VCA-certificaat laat een bedrijf zien veilig en gezond te werken.

Om in aanmerking te komen voor de opdracht moet dit VCA-certificaat bij de inschrijving worden overlegd.

TIP: In 1 ochtend up-to-date? Volg het webinar Arbo Actualiteitendag

Gunning ingetrokken na klacht

Twee tentenbouwers hebben ingeschreven. De gunning gaat naar de goedkoopste, de firma X. Die heeft verklaard niet te beschikken over genoemd certificaat, maar dit op korte termijn aan te zullen vragen. De Staat mailt op 13 mei 2020, dat X uiterlijk 15 mei deze aanvraag aan moet leveren. Die doet dat op de 14e. Op 14 juli 2020 wordt de opdracht aan X gegund.

Tot ongenoegen van de andere inschrijver, tentenbouwer Y, die wél beschikt over een VCA-certificaat. Nadat Y geklaagd heeft over de procedure, wordt de (voorlopige) opdracht aan X ingetrokken. Die spant een kort geding aan.

Tip: Download de GRATIS Whitepaper Top 5 Arbojurisprudentie

Met de inschrijving werd geen VCA-certificaat overlegd

De rechter moet bepalen of de Staat de inschrijving van X terecht alsnog ongeldig heeft verklaard. De voorzieningenrechter beantwoordt deze vraag bevestigend. Volgens de Aanbestedingsleidraad moest een VCA-certificaat ‘met de inschrijving’ worden overgelegd. Het betreft een geschiktheidseis, die met uitsluiting van de inschrijver is gesanctioneerd.

X betoogt dat het een uitvoeringseis is, waaraan op het moment van de inschrijving nog niet hoefde te worden voldaan. Dat blijkt echter niet uit de Aanbestedingsleidraad. Firma X heeft ook geen vergelijkbaar certificaat of verklaring van een onafhankelijke organisatie overlegd. Daarom had de inschrijving direct ongeldig moeten worden verklaard.

Gelijkheidsbeginsel belangrijker dan gewekt vertrouwen

De Staat heeft geeft toe dat het zeer ongelukkig is dat X alsnog de gelegenheid kreeg om de omissie te herstellen. En in afwachting daarvan voorlopig de opdracht kreeg. Toen bleek dat X niet aan de geschiktheidseis voldeed, moest de Staat, op grond van het gelijkheidsbeginsel, de voorlopige beslissing intrekken. De inschrijving werd alsnog ongeldig verklaard. Het gelijkheidsbeginsel prevaleert boven het met de gunningsbeslissing mogelijk gewekte vertrouwen dat de Opdracht te zijner tijd daadwerkelijk aan X zou worden gegund.

Staat mag eigen fouten herstellen

Zoals de Aanbestedingsleidraad aangeeft mag de Staat ook na de voorlopige gunning nog eigen fouten herstellen. De Staat had dit bij de voorlopige beslissing ook vermeld. Dat kan dus geen verrassing voor X zijn geweest.
Bron: Rechtbank Den Haag, 24 december 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:14074

Auteur: Rob Poort | Bureaupoort.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *