Binnenmilieukwaliteit in veel scholen slecht

De binnenmilieukwaliteit in veel scholen is slecht. In bv. 80% van de klaslokalen is de CO2-concentratie veel te hoog, wat een indicatie is van onvoldoende ventilatie en slechte luchtkwaliteit.

Dit heeft een negatieve invloed op onder andere het ziekteverzuim onder leerkrachten en de leerprestaties van leerlingen.

Staat een school ingepland voor renovatie en zijn er (in de huidige situatie) binnenmilieuproblemen, dan is een renovatie hét aangewezen moment om de situatie te verbeteren.

Lees meer hierover in de brochure ‘Je leert beter in een frisse school’.

Ventilatie en COVID-19

In dit artikel wordt verder ingegaan op de rol van ventilatie bij de verspreiding van SARS-CoV-2.

Toelichting ventileren en luchten

Ventileren is het voortdurend verversen van lucht. De buitenlucht vervangt telkens (een deel van) de binnenlucht die vervuild is door bijvoorbeeld vocht, stof en ziekteverwekkers. Ventileren is mogelijk via natuurlijke ventilatie (bijvoorbeeld roosters of kieren) of via mechanische ventilatie (ventilatiesysteem) (definitie volgens hygiënerichtlijnen; wettelijke eisen: Bouwbesluit, afdeling 3.6).

Luchten/spuien betekent dat in een gebouw ramen, luiken of deuren zo tegen elkaar open gezet worden dat er een flinke luchtstroming of -circulatie door de ruimte ontstaat. Soms kan het daarbij nodig zijn om naast de ramen, luiken of deuren in de gevel of het dak ook de binnendeuren tussen afzonderlijke ruimten open te zetten (Bouwbesluit, afdeling 3.7).

Een ventilatiesysteem is een technisch bouwsysteem, geen onderdeel uitmakend van een verwarmings- of koelsysteem, dat verse lucht toevoert en/of verontreinigde binnenlucht afvoert. Het gaat hier om mechanische ventilatie, een systeem waarbij met behulp van een ventilator de lucht wordt ververst (Bouwbesluit, artikel 1.1, lid 1).

Een airconditioning/koelsysteem is een technisch bouwsysteem met als doel het koelen van een ruimte binnen een gebouw of gedeelte daarvan, door middel van het toevoeren van koude en/of het ontvochtigen van de lucht (Bouwbesluit, artikel 1.1, lid 1).

Een (zwenk)ventilator zorgt voor verkoeling, zonder dat de lucht kouder wordt. Dat komt doordat de luchtstroom ervoor zorgt dat lichaamswarmte sneller wordt afgevoerd en zweet beter verdampt; daardoor voelt het koeler aan (de gevoelstemperatuur wordt lager). Voorbeelden zijn een tafelventilator en een staande ventilator (Milieu centraal).

Met recirculatie binnen één ruimte wordt een apparaat of systeem bedoeld, bijvoorbeeld een airconditioning/koelsysteem, waarmee lucht uit een ruimte wordt opgezogen en in dezelfde ruimte weer wordt uitgeblazen. In deze notitie gaat het om recirculatie binnen gemeenschappelijke ruimtes (niet in woningen) waar mensen uit verschillende huishoudens kunnen verblijven.

Bij recirculatie tussen verschillende ruimtes wordt via een systeem waarmee het klimaat in een gebouw wordt gereguleerd (HVAC-systemen; heating, ventilation and airconditioning) lucht uit de ene ruimte, via lucht-/ventilatiekanalen, weer naar een andere ruimte gebracht.

Adviezen voor ventileren

Onderstaand advies gaat uit van de huidige geldende maatregelen zoals 1,5 meter afstand houden, thuis blijven bij klachten en/of indien een persoon in quarantaine is (als huisgenoot of overig nauw contact van een bevestigde patiënt) en het beperken van grote groepen in één ruimte. Er wordt ook van uit gegaan dat gebouwbeheerders het Bouwbesluit en eventuele aanvullende richtlijnen (waaronder de richtlijn van NOC-NSF voor sportaccommodaties) op het gebied van ventilatie (luchtverversing) volgen. In Arbocatalogi kunnen hogere eisen gesteld zijn aan luchtverversing (zie ook het Arboportaal). In bedrijven en woningen is ventileren verplicht en nodig.

Adviezen over ventilatie en luchten voor publieke ruimtes, bedrijven en andere organisaties

  • Ventileer in ieder geval volgens de eisen van het Bouwbesluit die van toepassing zijn op het gebouw (bestaand of nieuwbouw) en de gebruiksfunctie. Met ventileren wordt zowel het afvoeren van vuile lucht als het aanvoeren van verse buitenlucht bedoeld.
  • Bij twijfel of het aanwezige ventilatiesysteem aan het Bouwbesluit voldoet: win advies in van een onafhankelijk expert over het ventilatiesysteem en met name over het gebruik hiervan.
  • Indien er twijfel bestaat of een (ouder) gebouw voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit of van functie is veranderd: overleg met een expert over de mogelijkheden om toch aan de eisen te voldoen. Hierbij kan worden beoordeeld of mogelijkheden tot natuurlijke ventilatie of het plaatsen van rooster boven aanwezige ramen een alternatief kunnen bieden.
  • Lucht regelmatig gedurende 10 tot 15 minuten door ramen en deuren tegen elkaar open te zetten, met name na activiteiten zoals koken en douchen. Ook tijdens pauzes en na samenkomsten van meerdere mensen, zoals bijvoorbeeld een vergadering, is het belangrijk om te luchten.
     

Bedrijven kunnen op het Arboportaal meer informatie vinden over luchtverversing/ventilatie en kunnen voor vragen terecht bij de Arbocoördinator.

Adviezen recirculatie van lucht

Recirculatie binnen één gemeenschappelijke ruimte

Er zijn systemen, zoals airconditioning, die lucht in één gemeenschappelijke ruimte recirculeren. De lucht in de ruimte wordt aangezogen en – al dan niet na gekoeld te zijn – weer in dezelfde ruimte gebracht. Bij dit proces wordt de lucht niet ververst. Hierbij is verspreiding van zowel druppels als eventuele aerosolen verder dan 1,5 meter niet uit te sluiten, hoewel bewijs daarvoor nog ontbreekt. Dit is vooral in ruimtes waar onvoldoende luchtverversing (ventilatie) plaatsvindt. Uit voorzorg wordt geadviseerd om recirculatie binnen één ruimte waar meerdere personen gedurende langere tijd bij elkaar zijn zo veel mogelijk te vermijden en de lucht voldoende te verversen.

Recirculatie tussen verschillende ruimtes

Het RIVM is echter terughoudend in het afraden van ventilatiesystemen met recirculatie tussen verschillende ruimtes (HVAC-systemen) waarbij lucht van de ene ruimte naar de andere ruimte wordt gebracht, omdat casuïstiek waarbij dit een rol speelde in de verspreiding van een infectieziekte ontbreekt. Ook heeft het uitzetten van deze recirculatie gevolgen voor het klimaat in het hele gebouw. Bij systemen met recirculatie tussen verschillende ruimtes is het wel van belang dat er voldoende verse buitenlucht wordt toegevoegd en daarmee voldoet aan de eisen in het Bouwbesluit (Bouwbesluit, artikel 3.34).

Adviezen voor verkoelen met behulp van (zwenk)ventilatoren en mobiele airco’s

(Zwenk)ventilatoren en mobiele airco’s zorgen niet voor luchtverversing/ventilatie, maar kunnen wel zorgen voor verkoeling. Het ECDC heeft in haar recente advies aangegeven om luchtstromen van persoon naar persoon te vermijden. Hoewel onderbouwing ontbreekt of door de geforceerde luchtstromen druppels met SARS-CoV-2 verder dan 1,5 meter kunnen komen en zo kunnen leiden tot een besmetting, is het ook niet uit te sluiten. Vermijd daarom zo veel mogelijk het gebruik van deze apparaten in een gemeenschappelijke ruimte. In woningen (thuis/gezinssituatie) of ruimtes waar 1 persoon werkt of verblijft kunnen (zwenk)ventilatoren en mobiele airco’s wel worden gebruikt.

Voor mensen met een kwetsbare gezondheid kan het advies van het Nationaal Hitteplan worden gevolgd. Hierin wordt vanwege SARS-CoV-2 geadviseerd om enkel (zwenk)ventilatoren en mobiele airco’s te gebruiken in gemeenschappelijke ruimten als er geen andere verkoeling mogelijk is. Dit geldt bijvoorbeeld voor verpleeghuizen. Wel dient erop gelet te worden dat de luchtstroom van de ventilator niet direct van de ene persoon naar de andere gaat. Het Nationaal Hitteplan is in lijn met de adviezen van de internationale werkgroep van de Global Heat Health Information Network.

meer info op:

Een gedachte over “Binnenmilieukwaliteit in veel scholen slecht”

  1. ’Kwart gemeenten wil niet bijdragen aan opknappen ventilatie scholen’

    d.d. 26 februari 2021
    Bron : De Telegraaf, Door JESSY BURGERS

    De broodnodige opknapbeurt van ventilatiesystemen op scholen stokt doordat een kwart van de gemeenten niet bereid is hieraan bij te dragen. De klimaatsystemen hebben zich tot een hoofdpijndossier ontwikkeld.

    Dat stelt belangenbehartiger van 275 schoolbestuurders VOS/ABB op basis van een enquête onder haar leden.

    Subsidie
    Sinds januari dit jaar kunnen gemeenten voor hun schoolgebouwen in het primair en voortgezet onderwijs subsidie aanvragen voor verbeteringen aan de ventilatiesystemen. Die zijn hard nodig. Onderzoek van het Landelijk coördinatieteam ventilatie op scholen wees uit dat van de 7340 onderzochte schoolgebouwen in het basis- en voortgezet onderwijs er minstens 2800 de ventilatie goed op orde hebben. Van de overige gebouwen ontbreken vaak de gegevens.

    Die conclusie kwam op een gevoelig moment want juist het goed ventileren van het klaslokaal was volgens sommige experts de manier om het coronavirus uit de klas te houden. De aerosolen, zogenoemde kleine virusdeeltjes, zouden zich door goed ventileren moeilijk verspreiden. Minister Slob stelde daarom 360 miljoen euro beschikbaar om de ventilatieproblematiek aan te pakken.

    Eerste 100 miljoen bijna op
    De eerste 100 miljoen daarvan is bijna op: na zes weken zijn er 547 aanvragen binnen gekomen, samen goed voor 82 miljoen. Het Rijk financiert 30 procent van de ingediende plannen. De overige 70 procent moeten gemeentes en schoolbesturen investeren. Nu blijkt uit het onderzoek van VOS/ABB dat een kwart van de gemeente niet meebetaalt. Daardoor moet vier op de tien schoolbesturen zelf het gehele bedrag ophoesten om de ventilatieproblemen aan te pakken.
    Volgens VOS/ABB doen gemeenten niet mee omdat ze vinden dat het verbeteren van de ventilatie in schoolgebouwen niet hun taak zou zijn. Andere gemeenten stellen simpelweg dat ze er geen geld voor hebben.

    Afspraken
    „We zien dat schoolbesturen in een spagaat zitten”, vertelt adviseur Ronald Bloemers van VOS/ABB. „Aan de ene kant zijn er afspraken met ouders en personeel dat ze investeren in betere ventilatiesystemen. Maar aan de andere kant zijn er gemeenten die daar niet aan mee willen betalen en is het maar de vraag of besturen daarin mógen investeren. Het is een gezamenlijke opdracht voor schoolbestuur én gemeenten, maar de praktijk wijst uit dat een deel van de gemeenten dat echt niet zo ziet.”

    Verschillende Tweede Kamerleden stelden rond de jaarwisseling vragen over deze verdeelsleutel van het ventilatiegeld. PvdA en GroenLinks vroegen demissionair onderwijsminister Arie Slob naar gemeenten die onvoldoende geld in kas hebben om mee te betalen. Ook wilden ze weten of scholen in armere gemeentes wel kans maken op betere ventilatie.

    Minister Slob
    Slob antwoordde dat hij geen berichten had gekregen van scholen uit armere gemeentes. En dat niet alle benodigde maatregelen ’groots en meeslepend’ hoeven te zijn. De minister schreef dat de aangevraagde subsidiebedragen tot nu toe variëren van enkele honderden euro’s tot een miljoen euro.
    Het stoperige tempo waarmee het opknappen van de ventilatiesystemen verloopt, oogst al langer kritiek. Het regent verhalen van leraren en kinderen die met dikke truien en sjaals in de klas moeten verschijnen omdat de ventilatie niet deugt. Afgesproken is namelijk dat wanneer het systeem niet goed werkt, de ramen en deuren in de pauzes en tussen de lessen open moeten. Dat zorgde in de winter voor ijskoude dagen in de klas.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *