"EEN BIJNA-ONGELUK IS EEN CADEAUTJE"

bron:evofenedex.nl

Lars van Rode mist deel been na heftruckongeval

Om de andere werkdag gebeurt er in Nederland een ernstig ongeluk in een magazijn. In een berichtje op internet of in de krant wordt daar dan melding van gemaakt, maar achter zo’n berichtje zit enorm veel leed. Zo ook bij Lars van Rode. Hij werd slachtoffer van een arbeidsongeval en moet daardoor zijn linker onderbeen missen. Zijn nare ervaring zet hij om in iets positiefs, want hij inspireert nu anderen om veiligheid naar een hoger niveau te tillen.

Nog even een vakantiebaan na zijn studie Marketing om vervolgens de wereld te gaan ontdekken, dat was het plan van de toen nog 25-jarige Belg Lars van Rode half juni 2004. Het liep echter anders. Een periode vol onzekerheid, met 24 operaties in acht jaar tijd, brak aan. Door een arbeidsongeval balanceerde hij op het randje van de dood. Nu, zestien jaar later, deelt hij zijn ervaring op de Dag van het Veilige Magazijn op 6 februari. Daar wil hij aanwezigen laten inzien hoe belangrijk veiligheid is.

Certificaat

“Ik had altijd al vakantiebaantjes in de logistiek gehad”, legt Van Rode uit. “Toen had je nog geen certificaat nodig om een interntransportmiddel te mogen besturen. Het bedrijf waar ik aan de slag ging, was wel al druk bezig met veiligheid; ik moest zelfs een test afleggen.” De eerste week ging erg goed en Van Rode  kreeg de kans om er nog een week aan vast te plakken in de nachtploeg, met alle toeslagen erbij. “Dat kon ik doen samen met mijn vriend Jan, die mij bij het bedrijf had geïntroduceerd.”

Emotioneel moment

16 juni 2004, half vier ’s nachts. In de kantine werd nog wat gelachen en iedereen maakte zich klaar om na de pauze weer aan de slag te gaan. “Ook ik pakte mijn elektropallettruck en orderlijst. In ons magazijn had je een koeler gedeelte, dat was afgescheiden van de rest van de ruimte door van die flappen. Daaronder lag altijd wat water, condens dat van de flappen afdroop.” Om klokslag kwart over vier ging het daar gruwelijk mis voor Van Rode. “Ik moest nog een paar uurtjes, dan zou mijn vakantiebaan erop zitten. Ik rijd met een volgestapelde pallet achteruit op de flappen af. Ik vertraag om te kijken of er iemand van de andere kant komt, maar zie niemand. Dus ik geef gas en hoor ineens ‘toet’. Dat was zo dichtbij, dat ik dacht, hier moet ik wegwezen. Ik probeer te remmen, maar doordat er water lag, gleed mijn truck door en begon de pallet uit elkaar te vallen.”

Een fractie van een seconde later voelde Van Rode dat de vork van de heftruck zijn linkerbeen binnendrong ter hoogte van zijn knie. “Het bloed spoot er meteen uit. Wonderwel bleef ik bij kennis. Woorden van mijn moeder die ze sprak na het afstuderen schoten door mijn hoofd: ‘Lars, het leven ligt nu voor u open’. In één klap was dat weg. En ik wist dat ik geen tweede kans meer kreeg. Dat was een emotioneel moment. Ik probeerde te schreeuwen en te roepen, maar er kwam niets. De heftruckchauffeur zat in shock achter het stuur en was verstijfd. Ik kwam in een soort overlevingsstand en realiseerde me dat ik zelf hulp moest gaan halen. Met mijn elleboog duwde ik tegen de zijkant van de pallettruck om mezelf te bevrijden. Ik pakte mijn broekspijp stevig vast en begon te roepen.”

Het was zijn vriend Jan die de noodkreet als eerste hoorde en Van Rode te hulp schoot. “Hij kon niet bevatten wat hij zag. Niemand is voorbereid op zoiets heftigs. Mijn angst en paniek zag ik terug in zijn ogen. Een gevoel van schaamte, het meest intense gevoel dat er is, bekroop me. De schaamte richting anderen om mij heen, de andere medewerkers, mijn vrienden van de voetbalclub, mijn familie… Dat ik nu hun levens zou gaan beïnvloeden. Door de adrenaline wist ik me weer op te richten en ik zei tegen Jan dat hij een ambulance moest bellen.”

Collega’s in shock

Van Rode strompelde naar het kantoor. “Als een scheidende zee stapten collega’s aan de kant. Diezelfde collega’s met wie ik een uurtje daarvoor nog lachend in de kantine zat, stonden nu met angst op hun gezicht toe te kijken. Bedrijfshulpverleners snelden toe en pakten de EHBO-kist. Ze hebben geleerd dat ze dit soort wonden moeten afbinden, en pakten dus het elastiek. Een van hen riep dat het gelukkig wel meeviel, ook tot mijn opluchting. Maar ja, dat elastiek brak, want dat zat al een paar jaar in de EHBO-kist en was nooit gecontroleerd. Ze probeerden mijn been toen met hun handen af te knellen, maar dat is erg lastig. Gelukkig was de ambulance er snel en is het ziekenhuis dichtbij. De verpleger van de ambulance kwam binnen en riep meteen ‘waarom is er geen traumateam bij?’ Aan de voorkant van de knie viel de schade mee, maar als ik mijn been opdraaide, zag ik een diep gat. Intussen was ik al drie liter bloed kwijt.”

In de ambulance viel Van Rode verder weg. “Langzaam begon mijn lichaam organen uit te zetten om mijn hart en hersenen van voldoende bloed te kunnen voorzien. Toen ook mijn hart stopte, begon de ambulancebroeder met hartmassage. De woorden van mijn moeder ‘tot straks en wees voorzichtig’ klonken in mijn hoofd. Zijn dat dan de laatste woorden?”

In het ziekenhuis ging het snel. Van Rode werd geopereerd, de artsen probeerden zijn been te redden. Drie dagen lag hij in coma. “De ambulancebroeder die mijn leven had gered, kwam ook nog langs. ‘Doe je dat bij alle patiënten?’, vroeg ik hem. ‘Nee’, antwoordde hij, ‘maar jij bent het heftigste wat ik ooit heb meegemaakt.’ Ik heb nu nog steeds contact met hem. En elk jaar, op de dag van het ongeval, bedank ik hem nog voor de rit van mijn leven.”

Expert

Van het streekziekenhuis wordt Van Rode overgeplaatst naar Universitair Ziekenhuis Leuven. “Als je daarheen gaat, weet je dat het foute boel is.” Daar blijkt dat zijn been aan het afsterven is en wordt besloten tot amputatie. Een maandenlange revalidatie begint en in acht jaar tijd moet Van Rode maar liefst 24 keer onder het mes. “Dat was heftig. De periode halverwege de twintig is een tijd waarin veel gebeurt. Werk, wonen, vriendin, kinderen…”, verzucht Van Rode. “Maar ook het idee dat van iedereen om mij heen, van de heftruckchauffeur tot aan mijn moeder, het leven was veranderd, was zwaar.”

Toch komt Van Rode er bovenop. Hij gaat de lokale politiek in en schopt het tot wethouder Mobiliteit en besluit ook zijn ervaring te delen met anderen. “Ik ben dan wel geen veiligheidsexpert, maar wel een expert van mijn eigen leven. Van daaruit probeer ik werkgevers en werknemers te motiveren om te werken aan veiligheid. Ik geloof niet in ‘al zo lang geen ongeval’-borden op de werkvloer en bonussen voor veilig werken. Daarmee stimuleer je veilig gedrag niet, want een melding zou ten koste kunnen gaan van de bonus. Ik weet zelf dat er mensen na een ongeval op het werk bij de eerste hulp zeggen dat ze gewond zijn geraakt bij het klussen thuis, om maar niet hun bonus mis te lopen. Dat is absurd.”

Superhelden

Zelf maakte hij als wethouder mee dat er tijdens het wekelijks overleg trots werd meegedeeld dat er die week geen enkele melding was gedaan van een onveilige verkeerssituatie. “Dat is verschrikkelijk. Dat betekent dat óf onze burgers het hebben opgegeven om die verkeerssituaties te melden omdat wij er blijkbaar onvoldoende mee doen, óf dat er iets mis is met de webpagina waar je de situaties kunt melden. Gelukkig bleek het tweede het geval.”

Het doen van meldingen van bijna-ongevallen is echt belangrijk, want daarmee kun je aan de slag, stelt Van Rode. “Dat het geen ongeval is geworden, is een cadeautje. Kijk, wij leven in het tijdperk van superhelden van Marvel in films. Maar vergeet niet: we zien elke dag helden, namelijk op de werkvloer. Zij maken het verschil en kunnen helpen bij het melden van bijna-ongevallen.” Als werkgever kun je veilig gedrag versterken, weet Van Rode. “Complimenteer iemand die veilig werkt. De veiligheidscultuur verbeteren is een proces van de lange adem, een bokswedstrijd over vele ronden. Elke keer deel je een heel klein tikje uit en soms moet je ook incasseren. Maar uiteindelijk zullen alle inspanningen worden beloond.”

Oprechte interesse

Op zijn lezingen ontvangt Van Rode positieve reacties. “Mensen krijgen het gevoel dat ze anders naar veiligheid kunnen kijken. Als je als werkgever kijkt naar de cijfers en denkt: ‘gelukkig valt het mee’, vergeet je de wereld achter de cijfers. Want het verliezen van een vingertopje klinkt onschuldig, maar als die persoon gitaarspelen als hobby heeft, is dat een keiharde klap. Oprechte interesse in je medewerkers is zo belangrijk, weten wat iemand drijft.”

Bovendien moeten bedrijven wel, want door het tekort aan personeel is iedereen keihard nodig. “De focus op veiligheid is aan het verbeteren”, zegt Van Rode. “Gelukkig maar. Werknemers nemen geen genoegen meer met een onveilige werkplek. Bovendien is het welzijn van je werknemers iets waarmee je je als bedrijf kunt profileren. Dat iedereen aan het eind van de dag weer gezond naar huis gaat naar zijn partner en kinderen, moet de belangrijkste missie zijn.”

En het bedrijf waar hij in 2004 werkte, hoe zijn ze daar met het ongeval omgesprongen? “Zij hebben er ontzettend veel van geleerd. Heel veel veiligheidsmaatregelen zijn versneld ingevoerd, zoals het veiliger maken van de plaats waar het ongeval is gebeurd. Het bleek een katalysator te zijn. Veiligheid zit daar nu in het DNA en de mindset is voorgoed veranderd. Mijn vriend Jan werkt er nog steeds, hij is als fabrieksmanager mede verantwoordelijk voor de veiligheid.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *