Bedrijfsvoering elektrische installaties

bron:installatiejournaal.nl

Elektriciteit wordt minder gevaarlijk als veiligheidsmaatregelen beter worden nageleefd. In theorie is de wet- en regelgeving rond veiligheid sluitend. Denk vooral aan de allesomvattende Arbeidsomstandighedenwet en de NEN 3140, NEN 3840 en NEN-EN 50110. Ongevallen met elektriciteit zouden in de praktijk niet of nauwelijks nog mogen voorkomen.

Leestip: NEN 3140: voer een inspectie nooit uit zonder begeleider

Belangrijke aspecten van de (veilige) bedrijfsvoering van elektrische installaties zijn onder andere:
  • arbeidsomstandighedenwet;
  • organisatie, opleiding en ervaring rond elektrische installaties;
  • periodieke inspectie van elektrische installaties en apparatuur;
  • sleutelbeheer en toegang tot elektrische bedrijfsruimte;
  • instructiefrequentie (het bepalen hiervan);
  • aanwijzingen en verklaringen;
  • elektrotechnische werkzaamheden;
  • verantwoordelijkheden bij inhuren van personeel.
Arbeidsomstandighedenwet en -besluit

De NEN-EN 50110 en NEN 3140 omvatten de eisen voor de veilige bedrijfsvoering van en de werkzaamheden aan, met of nabij elektrische installaties. Ook zijn deze normen van toepassing op het gebruik, onderhoud en beheer van elektrische arbeidsmiddelen. Onder bedrijfsvoering wordt verstaan: alle handelingen en werkzaamheden die noodzakelijk zijn om de elektrische installatie onder (ab)normale omstandigheden te laten functioneren.

Gezagsverhouding is belangrijk

Kortom, indien er aan, met of nabij elektrische installaties en elektrische arbeidsmiddelen wordt gewerkt, zijn de NEN-EN 50110 en NEN 3140 van toepassing. Het is belangrijk dat er een gezagsverhouding is tussen wie het werk uitvoert en de desbetreffende opdrachtgever.

Duidelijke afspraken over onderhoud belangrijk

In veel situaties zal de eigenaar ook de gebruiker van een gebouw of object en de elektrische installatie zijn. Dan moet hij handelen volgens de NEN-EN 50110 en NEN 3140, die geheel van toepassing zijn op de elektrische installatie. Voor de eigenaar is het belangrijk dat er duidelijke afspraken bestaan over het onderhoud van de elektrische installatie. Indien hij voor meerdere objecten een onderhoudsgroep aanstuurt die de elektrotechnische werkzaamheden uitvoert, dan valt deze groep medewerkers onder zijn verantwoordelijkheid en zijn de NEN-EN 50110 en NEN 3140 geheel van toepassing. Vaak wordt gebruikgemaakt van een elektrotechnisch installateur die de werkzaamheden uitvoert en als aannemer verantwoordelijk is voor het veilig werken aan de elektrische installatie.

Zorgen voor veilige werkomstandigheden

De huurder van een gebouw of object moet met de eigenaar duidelijke afspraken maken over de werkzaamheden aan de elektrische installatie. Indien de eigenaar afspreekt dat de elektrische installatie helemaal onder verantwoordelijkheid van de huurder valt en de huurder elektrotechnische werkzaamheden aan de elektrische installatie uitvoert, dan dient de huurder te voldoen aan de NEN-EN 50110 en NEN 3140. Als de huurder het gebouw of object huurt zonder ooit zelf werkzaamheden uit te voeren aan de elektrische installatie, dan heeft hij wel als werkgever een gezagsverhouding met de werknemers en dient hij ervoor te zorgen dat er veilige werkomstandigheden zijn.

Elektrische risico’s beperken

Organisatorische maatregelen om elektrische risico’s te beperken, zijn:

  • het aanwijzen van verantwoordelijken voor deelrisico’s;
  • het bevoegd verklaren (aanwijzen) van uitvoerenden;
  • het verzorgen van opleidingen en veiligheidsinstructies;
  • het opstellen van procedures;
  • het organiseren van werkzaamheden door derden;
  • het toezicht houden op de uitvoering van werkzaamheden.

Verantwoordelijkheden en bevoegdheden

Artikel 3 van de Arbowet geeft aan dat de werkgever voor een goede uitvoering van het arbobeleid zorgt door een goede verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden. De NEN-EN 50110/NEN 3140 plaatst verantwoordelijken bij de twee elektrische risico’s: het installatie- en werkrisico.

Uitvoerenden aanwijzen

Artikel 3.5 lid 1 van het Arbobesluit geeft aan dat werknemers die elektrotechnische werkzaamheden of gevaarlijke bedieningshandelingen uitvoeren, daarvoor bevoegd moeten zijn. Dat kan op diverse manieren, mits schriftelijk geregeld. De NEN-EN 50110/NEN 3140 biedt hiervoor de aanwijzing tot vakbekwaam persoon of voldoend onderricht persoon. Voor het verstrekken van een aanwijzing heeft de werkgever beoordeeld in welke situaties de werknemer mag werken. Het resultaat van die beoordeling wordt met de aanwijzing voor zowel de werkgever als de aangewezen werknemer vastgelegd. Personen zonder deze bevoegdheid worden aangeduid als ‘leek’.

Onderverdeling

Als er binnen een organisatie medewerkers zijn die aan, met of nabij elektrische installaties werkzaamheden uitvoeren, dan dienen zij al dan niet schriftelijk te zijn aangewezen. De NEN 3140 biedt de volgende onderverdeling:

  • werkgever (hoofd van de onderneming);
  • installatie- en werkverantwoordelijke;
  • vakbekwaam persoon;
  • voldoend onderricht persoon;
  • jeugdig persoon, stagiaire (<18 jaar).

Doel van een inspectie

Een elektrische installatie moet veilig worden opgeleverd en vervolgens tijdens het gebruik veilig worden gehouden. Het doel van een inspectie is controleren of de installatie voldoet aan de technische voorschriften en veiligheidsvoorschriften, zoals omschreven in de desbetreffende normen. Bij nieuwe installaties volgt een opleveringsinspectie aan de hand van de NEN 1010-6. Bij bestaande installaties wordt volgens de NEN-EN 50110/NEN 3140 geïnspecteerd.

Leestip: Is inspectie van de elektrische installatie verplicht?

Periodiek instrueren

Installatieverantwoordelijken, werkverantwoordelijken, vakbekwame personen en voldoende onderrichte personen moeten periodiek worden geïnstrueerd. Daarbij moet het werken onder spanning zowel theoretisch als praktisch worden behandeld. Nadat de training met succes is voltooid, wordt vaak een certificaat of getuigschrift afgegeven. Hierin staat welke werkzaamheden onder spanning mogen worden uitgevoerd.

Bepalen instructiefrequentie

De instructiefrequentie moet aan de hand van de volgende aspecten worden bepaald:

  • de ervaring van de personen;
  • de aard van de werkzaamheden;
  • de frequentie waarmee de werkzaamheden worden uitgevoerd;
  • de werkomstandigheden;
  • de omgeving van de werkplek;
  • de mate van toezicht;
  • de mate van verandering van de werkzaamheden;
  • de ervaringen rond (bijna-)ongevallen.

Gradatie met score

Aan elk aspect kan een gradatie met score worden toegekend. De tijd tussen twee opeenvolgende instructies wordt bepaald aan de hand van de som van de afzonderlijke scores van deze aspecten.

Instructie op zeer korte termijn

Het personeel moet zich houden aan de eisen, regels en aanwijzingen die in de instructie worden overgedragen. Als de bedrijfsvoorschriften worden gewijzigd, dienen de betrokkenen hier ook instructie over te krijgen. Personen die tussen twee instructies door in dienst treden, moeten op zeer korte termijn de instructie over veilig werken krijgen; hiermee kan niet worden gewacht tot de volgende instructie.

Aanwijzingen

Vóór de uitvoering van werkzaamheden moeten de betrokkenen een aantal zaken helder en volgens de regels afspreken en vastleggen zoals:

  • de aanwijzingen en verklaringen voor elektrotechnische werkzaamheden;
  • de uitbesteding van elektrotechnische werkzaamheden of het inhuren van personeel;
  • de uitbesteding van niet-elektrotechnische werkzaamheden.

Het is belangrijk dat duidelijk is wie waar de verantwoordelijkheid voor draagt als het gaat om zaken als de inhoud en veiligheidsaspecten van het werk.

Personen schriftelijk aanwijzen

Er moeten personen schriftelijk worden aangewezen voor het verrichten van elektrotechnische werkzaamheden waarvoor bepaalde bevoegdheden en verantwoordelijkheden noodzakelijk zijn. Het gaat hierbij om de volgende personen:

  • installatieverantwoordelijke;
  • werkverantwoordelijke;
  • vakbekwaam persoon;
  • voldoend onderricht persoon.

Verklaring ondertekenen

De aangewezen persoon moet een verklaring ondertekenen dat hij akkoord gaat met het in de aanwijzing gestelde. Na afhandeling van de schriftelijke aanwijzing en verklaring heeft de persoon de omschreven bevoegdheden en verantwoordelijkheden verkregen.

Uitbesteding van werkzaamheden

Worden werkzaamheden uitgevoerd op basis van een overeenkomst tot het verrichten van werkzaamheden zoals aanneming of uitbesteding, dan vindt de overdracht van de verantwoordelijkheid plaats via die overeenkomst. Dit geldt tenzij deze overdracht van de verantwoordelijkheid nadrukkelijk schriftelijk wordt uitgesloten. Degene die elektrotechnische werkzaamheden uitbesteedt, draagt de verantwoordelijkheid voor de veiligheid in verband met niet-elektrische gevaren.

Leestip: Het uitbesteden van installatieverantwoordelijkheid

Documentatie

Bij de documentatie moet worden gedacht aan uiteenlopende zaken, zoals:

  • afnamekeuringen;
  • opleveringsrapporten;
  • tekeningen, certificaten en afname- en/of beproevingsrapporten;
  • verklaring van overeenstemming en gebruiksaanwijzing of handleiding;
  • CE-markering.

*Nico Kluwen werkt als elektrotechnisch onderzoeker en gerechtelijk deskundige bij Nimirco. Daarvoor was hij werkzaam bij European Fire Protection Consultants en Bureau Veritas. Kluwen is ook als expert verbonden aan Kennisbank Installatie Journaal.

Leestip: Belangrijke aspecten van NEN 3140

door Nico Kluwen 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *